Programma Veiligheid
Omschrijving
De zorg van de overheid voor de veiligheid van burger is verankerd in de kernwaarden van de rechtsstaat. Geen vrijheid, geen gelijkwaardigheid, geen solidariteit zonder een veilige publieke ruimte.
De veiligheidsbeleving van de burger speelt daarbij een centrale rol. Dat veiligheidsgevoel van de burger wordt in het sociale domein het meest beïnvloed door veelvoorkomende criminaliteit, zoals woninginbraken, autokraken, fietsendiefstallen, tasjesroof, en ernstige overlast door jeugdigen of bekende randfiguren. Jeugdige en oudere veelplegers spelen hierin vaak een hoofdrol, en dus is de uitdaging om vooral hun recidivegedrag aan te pakken. Hiervoor is intensieve samenwerking nodig tussen gemeente, strafrechtpartners, zorg- en hulpverleners en soms ook de burger – een samenwerking die dus per definitie integraal van opzet is, en die gericht is op het scheppen en in standhouden van een geolied netwerk, waarbinnen de partners de doelen van lokaal sociaal veiligheidsbeleid ook kunnen waarmaken. Op het terrein van de fysieke veiligheid heeft de burger veel belang bij een kwalitatief hoogwaardige handhaving, waarbij integraliteit voorop staat, naast een goede brandweerzorg (zowel preventief als repressief) en een adequate organisatie van crisis- en rampenbestrijding. Bij dit alles speelt de burgemeester met zijn wettelijke bevoegdheden op het terrein van de openbare orde en veiligheid een centrale rol.
Vanuit het programma Veiligheid organiseren we vormen van (keten)samenwerking op het terrein van sociale en fysieke veiligheid in Nijmegen en adviseren we het gemeentebestuur over de ontwikkeling daarvan. De gemeente is de regisseur van deze (keten)samenwerking. Daarnaast wordt de burgemeester ondersteund en geadviseerd in de uitvoering van zijn wettelijke taken op het terrein van openbare orde en veiligheid. Sinds 1 juli 2011 is de vergunningverlening op het terrein van de APV en Bijzondere Wetten ook een verantwoordelijkheid van het programma. Daarmee hebben we de uitvoering van de gemeentelijke regulering op onderwerpen die het lokale veiligheidsbeleid raken nadrukkelijker onderdeel gemaakt van de ondersteuningstaak ten opzichte van het gemeentebestuur.
Daarmee liggen er in het programma Veiligheid 5 taakaccenten:
- Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid (IV) – i.c.: de beleidsontwikkeling in het domein sociale veiligheid
Belangrijkste taak is om jaarlijks de beschikbare middelen voor IV te vertalen naar de concrete inzet voor de bestrijding van sociale onveiligheid in de stad, met name op de terreinen jeugdoverlast en –criminaliteit, aanpak veelplegers en de aanpak van huiselijk geweld. Daarin wordt veel samengewerkt met in- en externe partijen. Daarnaast wordt het bestuurlijk team Integrale Veiligheid en het portefeuille-overleg tussen burgemeester en politie ondersteund. Binnen dit onderdeel worden ook nog een aantal andere veiligheidsonderwerpen opgepakt, die niet direct onder het uitvoeringsprogramma integrale veiligheid vallen. Voorbeelden zijn: de veiligheid bij (middel)grote evenementen, IBS (inbewaringstellingen) en prostitutie.
- Het Veiligheidshuis – i.c.: de beleidsuitvoering in het domein sociale veiligheid
In het veiligheidshuis worden de ketenaanpakken jeugd, veelplegers en huiselijk geweld geregisseerd. We leveren de ketenmanager, drie ketenregisseurs en een deel van de ondersteuning bij het informatiebeheer in het veiligheidshuis. Met de aansluiting van het politiedistrict Tweestromenland leveren we vanaf 15 september 2011 een vierde ketenregisseur voor alle vormen van ketensamenwerking binnen dit district.
- Openbare Orde en Veiligheid
Primair de ondersteuning van de burgemeester bij zijn wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Hieronder valt de advisering en aanpassing ten aanzien van de APV en Bijzondere Wetten, voor zover het openbare orde en veiligheid betreft. Ook valt de advisering van de burgemeester in concrete openbare orde vraagstukken hieronder. Daarnaast zijn er diverse openbare-orde-onderwerpen die beleidsmatig aandacht vragen, zoals: drugsbeleid, coffeshopbeleid en regulering van de seksbedrijven. Ten slotte valt de advisering ten aanzien van antidiscriminatiemaatregelen, voor zover dat de verantwoordelijkheid van de burgemeester betreft, hieronder.
- Integrale Handhaving
De ondersteuning van het bestuurlijk team handhaving en vergunningverlening. Tevens zorgt het programma veiligheid als procesregisseur in samenwerking met de overige betrokken programma’s voor een gemeentebreed integraal handhavingprogramma. Daarnaast verzorgt het programma veiligheid de rol van procesregisseur bij de volgende onderwerpen: de bijzondere handhavingprojecten, de repressieve aanpak woonoverlastcases, de bestuurlijk gevoelige integrale handhavingdossiers en de coördinatie van de handhaving bij grote evenementen.
- Brandweerzorg en rampenbestrijding
Het programma veiligheid adviseert de burgemeester ten aanzien van brandweerzaken. Het ondersteunen van het overleg tussen de burgemeester en de brandweercommandant hoort daarbij. De gemeente heeft een belangrijke verantwoordelijkheid in de rampenbestrijding. Het programma veiligheid ondersteunt en faciliteert de organisatie daarbij in het algemeen, en de gemeentesecretaris in het bijzonder.
Maatschappelijk effect
De veiligheid in een stad is het resultaat van de sociale, fysieke en economische ontwikkeling van de maatschappij. Sturing op veiligheid is daarmee heel complex. Een vraag die bij veiligheid al snel opkomt is hoe maakbaar de maatschappij is. Er zijn veel beïnvloedbare factoren die de veiligheid in Nijmegen bepalen. Er zijn echter nog meer factoren die de veiligheid bepalen, maar door een gemeente niet direct beïnvloedbaar zijn. De gemeente bepaalt de veiligheid in een stad dus niet, maar probeert deze positief te beïnvloeden.
De afgelopen jaren heeft veiligheid overal hoge prioriteit gehad. De kwalitatieve en kwantitatieve inzet van organisaties die iets kunnen betekenen voor de veiligheid in de stad is toegenomen. Het gemeentebestuur van Nijmegen is er echter van overtuigd dat de ‘winst’ voor de komende jaren is te halen uit de samenwerking van die partners. De gemeente zal op zoveel mogelijk terreinen een ketenaanpak organiseren en regisseren.
Goede voorbeelden daarvan zijn de veelplegeraanpak, de aanpak van huiselijk geweld en de aanpak van woonoverlast als gevolg van intimidatie. Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen brandweer en politie die steeds meer wordt gezocht. Het meest symbolische voorbeeld daarvan is de geïntegreerde meldkamer die inmiddels functioneert. Het algemene programmadoel van het programma Veiligheid is ‘samenwerken aan meer veiligheid in Nijmegen’. Daar ligt de veronderstelling onder dat iedereen al heel veel doet aan veiligheid, maar dat de winst de komende jaren te vinden is in samenwerking.
Vergroten veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger
Wat willen we bereiken
De gemeente heeft slechts voor een deel invloed op het veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger. Dat wat de gemeente echter wel kan beïnvloeden moet direct of indirect gericht zijn op het vergroten van het veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger. We meten het veiligheidsgevoel tweejaarlijks met de Stadspeiling en de veiligheidsmonitor.
Wat hebben we bereikt
Het gevoel van onveiligheid wordt in Nijmegen tweejaarlijks gemeten op basis van de Integrale Veiligheidsmonitor. Deze monitor is eind november 2012 uitgebracht en beslaat de ontwikkelingen in de daaraan voorafgaande 2 jaar. Dat betekent dat we in dit stadium alleen nog de realisatie voor 2011 in beeld kunnen brengen. De realisatiecijfers voor 2012 en 2013 volgen dan in de monitor die in 2014 uitkomt. Er is overigens geen enkelvoudig causaal verband te leggen tussen de inzet van de gemeente en het effect daarvan op het veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger. Dat wordt immers door zoveel meer factoren bepaald dan alleen de inzet van de gemeente, dat de indicator slechts als indicatief kan worden gezien.
Indicatoren
Vergroten veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger | Realisatie 2012 | Doelstelling 2013 | Realisatie 2013 |
1.1 Voelt zich vaak onveilig (in het algemeen) | <4% | ||
1.2 Voelt zich soms/vaak/zelden onveilig | 18,8% | <36% | |
1.3 Voelt zich vaak onveilig in de buurt | 3% | 4% |
Wat hebben we ervoor gedaan
In het veiligheidshuis pakken we op individuniveau veelvoorkomende overlast en criminaliteit aan. Begin 2012 hebben we een eerste effectmeting laten uitvoeren, en daaruit blijkt dat de aanpak in het veiligheidshuis een belangrijke bijdrage levert aan de reductie van maatschappelijke kosten die samenhangen met veelvoorkomende overlast en criminaliteit.
In 2013 hebben we belangrijke stappen gezet voor de verduurzaming van het Veiligheidshuis. Dat heeft de start mogelijk gemaakt van een nieuw model Veiligheidshuis, waarin we de specifieke doelgroepenbenadering hebben losgelaten en zijn gaan werken met een Top-150 van de meest zware en complexe casuïstiek. Dat is enerzijds een antwoord op de afnemende middelen waarmee niet alleen de gemeente, maar ook de partners in de strafrechtketen en in de zorgketen de komende jaren te maken krijgen, maar anderzijds biedt het ook als voordeel dat we beter en efficiënter kunnen inspelen op actuele veiligheidsproblematiek. Daarnaast heeft de strafrechtketen de opdracht om tot een snelle afdoening te komen, en daarbij tegelijkertijd ruimte te houden voor multidisciplinair maatwerk – de zogeheten ZSM-aanpak. De nieuwe werkwijze in het Veiligheidshuis maakt het mogelijk om de zorgketen goed aangesloten te houden. Met de uitrol van de Top-150-aanpak hebben we een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de doorontwikkeling van de multidisciplinaire samenwerking die hiervoor noodzakelijk is.
In 2013 zijn we gestart met de aanpak van zogeheten high impact crime, waarbij nu in eerste instantie de focus ligt op het terugdringen van het aantal woninginbraken door middel van een pakket preventieve maatregelen in combinatie met toezicht- en opsporingsactiviteiten.
Daarnaast blijven we aandacht houden voor de zichtbaarheid van politie en toezichthouders op straat, en de betrokkenheid van bewoners bij de veiligheidsvraagstukken in hun woonomgeving - onder andere door de inzet van Veiliger Wijkteams (VWT's) die ook de uitdrukkelijke opdracht hebben om de verbinding met de wijkbewoners actief te zoeken en zo ook te helpen investeren in het vertrouwen van de burger. De vorming van de Nationale Politie stelt ons echter wel voor de nodige uitdagingen. Ofschoon de Minister van Justitie en Veiligheid benadrukt dat de basis van het politiewerk in de wijk ligt en de politie daarmee nauw verbonden moet zijn met de lokale overheid en haar burgers, legt het schaalniveau waarop besluitvorming over inzet en taken plaatsvindt een hypotheek op de beschikbaarheid van de politie voor de gebiedsgebonden veiligheidszorg. Belangrijke vragen waar we al in 2013 tegenaan zijn gelopen: hoe behouden we een goede informatiepositie op straat; hoe houden we de presentie op straat in stand; hoeveel regie houden we daadwerkelijk over om te kunnen sturen op onze prioriteiten rondom de gebiedsgebonden veiligheidszorg? De komende jaren zullen deze vragen een belangrijke rol spelen in de aanpak van de gebiedsgebonden veiligheidsvraagstukken.
Ook de straatcoaches vormen een belangrijk instrument als vertegenwoordiging van het gezag op straat, waarbij "het goede gesprek" centraal staat. Dat draagt ertoe bij dat de burger vertrouwen wint in de inzet en betrokkenheid van de lokale overheid, en in de leefbaarheid en veiligheid van zijn woonomgeving.
Reductie van het aantal incidenten
Wat willen we bereiken
Wij streven naar een reductie van het aantal incidenten in Nijmegen. Ook hiervoor geldt dat er geen één-op-één relatie ligt tussen de inzet en regie van de gemeente op het terrein van veiligheid en het aantal incidenten dat in de stad plaatsvindt. Wij richten onze inzet wel op het verminderen van het aantal incidenten. Daarom moet deze indicator ook als indicatief beschouwd worden.
Wat hebben we bereikt
Zowel het aantal aangiften bij de politie als het aantal meldingen bij de brandweer voldoet ruimschoots aan de doelstelling voor 2013. Er is zelfs sprake van een lichte daling ten opzichte van 2012. Bekijken we de cijfers voor beide diensten trendmatig, dan is de score van zowel de politie als de brandweer de laatste jaren constant.
Indicatoren
Reductie van het aantal incidenten | Realisatie 2012 | Doelstelling 2013 | Realisatie 2013 |
2.1 Aangiften bij de politie | 14.582 | <16.500 | 14.130 |
2.2 Meldingen bij de brandweer | 1.495 | <1.816 | 1.382 |
Wat hebben we ervoor gedaan
De reductie van het aantal incidenten vormt een rode draad bij onze inspanningen. Door het aantal incidenten laag te houden, vergroten we immers ook het veiligheidsgevoel van de Nijmeegse burger. En tevens dragen we daarmee bij aan het beperken van de gevolgen die incidenten kunnen hebben. Feitelijk is deze indicator dus de validatie van het integrale succes van onze activiteiten en interventies, bezien in samenhang met de overige programmadoelstellingen.
Met de Stadsvisie 2020 zijn er nieuwe piketpalen geslagen voor de verhouding tussen het lokale bestuur en de burger. Voor het programma Veiligheid betekent dit de uitdaging om meer te handelen vanuit het vertrouwen in de burger. De bedoeling is dat bewoners en bedrijven zichzelf weer meer bewust zijn van risico’s en hiervoor zelf ook meer verantwoordelijkheid willen nemen. De overheid heeft dan meer een coachende en faciliterende rol. Een beter risicobewustzijn, meer eigen verantwoordelijkheid en als gevolg daarvan een (pro-)actief naleefgedrag zijn dan de ankers voor het voorkomen van incidenten. In 2013 zijn we om te beginnen op het terrein van fysieke veiligheid met dit uitgangspunt aan de slag gegaan. Dat heeft geleid tot het afslanken van het vergunningproces voor de evenementen. Ook de vraagstukken rondom Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB-)projecten worden vanuit dit uitgangspunt aangevlogen – een goed voorbeeld hiervan is de aanpak van de gebruiksveiligheid in de voormalige Honigfabriek, een pand dat vanaf de zomer van 2013 gebruikt wordt voor o.a. publieksactiviteiten, horeca, urban sports, cultuur en ambachtelijke bedrijvigheid.
Reductie van de gevolgen van incidenten
Wat hebben we bereikt
Per 1 januari 2013 is het gemeentelijke brandweerkorps opgegaan in een regionale brandweer. Regionalisering zorgt voor de benodigde kritische massa ten behoeve van een efficiënte brandweerzorg tegen minder meerkosten. De regionalisering van het korps is daarmee een belangrijk resultaat, en met recht ook een mijlpaal voor het behoud van een effectieve brandweerzorg.
Op het terrein van integrale handhaving leggen we veel nadruk op het bevorderen van naleefstrategieën. Die kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de reductie van de gevolgen van incidenten. Ook op het terrein van de APV-vergunningverlening leveren we een bijdrage aan deze hoofddoelstelling - vooral door meer de kritische toets te leggen op wat we met de vergunning echt willen regelen ten aanzien van onder andere de fysieke veiligheid. In 2013 hebben we hierbij verdere stappen gezet om de keten vergunningverlening-controle-handhaving beter uit te lijnen.
Wat hebben we ervoor gedaan
Het Nijmeegse gemeentelijke brandweerkorps is per 1 januari 2013 opgegaan in een nieuwe gemeenschappelijke regeling van de Veiligheidsregio Gelderland Zuid. Dat betekent dat er ook een nieuwe relatie ontstaat tussen het programma Veiligheid en de uitvoerende dienst. Een vergelijkbare ontwikkeling is in gang gezet rondom de vorming van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), waarbij vergunningverlening en handhaving op het terrein van fysieke veiligheid is geregionaliseerd. Daarmee moet de slagkracht van uitvoerende diensten op het terrein van fysieke veiligheid vergroot worden.
Maar deze ontwikkelingen vragen wel veel aandacht, omdat ze voor ons ook nieuwe strategische en tactische sturingsvraagstukken opleveren. Door de vorming van de regionale brandweer en van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) is de vergunningverlening, de controle en de handhaving op het fysieke veiligheidsdomein meer op afstand van het lokale bestuur geplaatst. Ofschoon we daarmee sterk hebben geïnvesteerd in kosteneffectiviteit (brandweer) en kwaliteit van de vergunning- en handhavingsprocessen (ODRN), is de uitdaging wel hoe we nog goed kunnen sturen op integrale handhavingsvraagstukken met een hoog maatschappelijk en/of bestuurlijk afbreukrisico.
Verder zijn we in 2013 doorgegaan met het lean maken van de vergunningprocessen voor evenementen en horeca. Ook hier zijn de uitgangspunten: meer verantwoordelijkheid bij burgers en ondernemers terugleggen, meer inzetten op goed naleefgedrag, minder onnodige administratieve lasten, en verbetering van de kwaliteit en de transparantie van de vergunningen.
Wat heeft het gekost
Veiligheid | Begroting primitief | Begroting dynamisch | Rekening 2013 | Verschil Bdyn - rek |
* € 1.000,- | ||||
Financiële lasten per product | ||||
Openbare Orde & Veiligheid | 1.373 | 1.473 | 1.251 | 222 |
Vergunningverlening & handhaving | 544 | 544 | 545 | -1 |
Organisatie van de rampenbestrijding | 806 | 13.172 | 13.076 | 96 |
Uitv. prog. Integrale Veiligheid | 767 | 767 | 810 | -42 |
Proactie Preventie Preparatie BRW | 2.042 | 0 | 0 | -0 |
Repressie, Nazorg BRW | 10.455 | 0 | -0 | 0 |
Totaal lasten per product | 15.988 | 15.957 | 15.681 | 276 |
Financiële baten per product | ||||
Openbare Orde & Veiligheid | -229 | -219 | -245 | 26 |
Vergunningverlening & handhaving | 0 | 0 | 0 | 0 |
Organisatie van de rampenbestrijding | 0 | -321 | -127 | -193 |
Uitv. prog. Integrale Veiligheid | 0 | 0 | 0 | 0 |
Proactie Preventie Preparatie BRW | -38 | 0 | 0 | 0 |
Repressie, Nazorg BRW | -3 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten per product | -269 | -540 | -373 | -167 |
Totaal Veiligheid | 15.719 | 15.418 | 15.309 | 109 |
Toelichting financiën
Het Veiligheidshuis heeft een eenmalige subsidie van € 100.000 gekregen; extra uitgaven zijn er niet geweest. Mede daardoor is een deel van het budget voor Openbare Orde ongebruikt gebleven. De huisvestingskosten zijn op de nieuwe locatie lager dan op de vorige locatie; dit is een structureel voordeel dat al verwerkt is in de bezuiniging van 2014.
In de najaarsnota meldden we een structureel tekort op de ontvangen leges van € 110.000; de begrote opbrengsten zijn toen incidenteel verlaagd met € 110.000. In de laatste maanden van het jaar zijn er meer leges ontvangen dan tijdens het schrijven van de najaarsnota werd verwacht. Daardoor zijn de baten bij Openbare Orde € 84.000 lager dan oorspronkelijk begroot maar € 26.000 hoger dan uiteindelijk begroot.
De overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio is gepaard gegaan met een aantal budgetwijzigingen en verrekeningen met de Veiligheidsregio. Per saldo was het budget voor Rampenbestrijding (de Veiligheidsregio) niet toereikend voor de totale bijdrage die de gemeente heeft betaald aan de Veiligheidsregio. De begrote baten van Rampenbestrijding bestaan voor een deel uit verwachte verrekeningen met de Veiligheidsregio; zij zijn niet gevolgd door werkelijke terugbetalingen.
Ten tijde van de najaarsnota was nog niet bekend wanneer het project 'camera's in het Kronenburgerpark' uitgevoerd zou worden en hielden we rekening met een flink budgetoverschot; inmiddels is gebleken dat alle kosten al in 2013 gemaakt zijn; hierdoor is het budget voor Integrale Veiligheid overschreden met € 42.000.
Begrotingsrechtmatigheid
Het lastenbudget is niet overschreden dus er is geen sprake van onrechtmatigheid.
Begrotingswijzigingen van primitief naar dynamisch
1012 Veiligheid bedragen * € 1.000- | Besluit niveau | Besluit datum | agenda punt | Baten | Lasten | Saldo |
Primitief | -269 | 15.988 | 15.719 | |||
Wijzigingen | -270 | -31 | -301 | |||
BW-01225 Verzelfstandiging RUD naar ODRN | Raad | 26 jun '13 | 90/2013 | 0 | 0 | |
BW-01235 Voorjaarsnota 2013 Regionalisering Brandweer | Raad | 26 jun '13 | 90/2013 | -100 | -902 | -1.002 |
BW-01264 Voorjaarsnota 2013 kapitaallasten | Raad | 26 jun '13 | 90/2013 | 2.765 | 2.765 | |
BW-01288 Najaarsnota 2013 | Raad | 20 nov '13 | 143/2013 | -170 | -1.894 | -2.064 |
Totaal 1012 Veiligheid | -540 | 15.957 | 15.418 |
Risico's
Er zijn geen wijzigingen ten aanzien van de risico’s zoals gemeld bij de Stadsbegroting 2014-2017.
Derhalve is het volgende risico nog steeds actueel:
- Vertrouwelijke informatie komt terecht op de verkeerde plek wat leidt tot een schadeclaim van degene die daardoor gedupeerd wordt.