Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
INLEIDING
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR HET OPSTELLEN VAN DE JAARREKENING
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het betreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Baten en winsten worden slechts genomen voor zover deze op balansdatum gerealiseerd zijn.
Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het betreffende jaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidsgerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet gedacht worden aan componenten zoals ziektekostenpremies van gepensioneerden, overlopende vakantiegelden, verlofaanspraken en dergelijke.
WAARDERINGSGRONDSLAGEN BALANS
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
De immateriële activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen.
Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de geactiveerde kosten waarbij voor de kosten van het sluiten van geldleningen en disagio een afschrijvingsduur geldt die maximaal gelijk is aan de looptijd van de lening. Voor kosten van onderzoek en ontwikkeling geldt een afschrijvingsduur van 5 jaar.
MATERIËLE VASTE ACTIVA
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de brutoverkrijgings- of vervaardigingsprijs eventueel verminderd met bijdragen van derden en verminderd met afschrijvingen. Indien de BTW compensabel is dan geldt waardering tegen brutobedrag verminderd met de BTW-component. Indien een materieel vast actief een blijvend lagere marktwaarde heeft, is het actief afgewaardeerd.
De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De rente over het tijdvak van de vervaardiging van het actief wordt ten laste van de investering gebracht tot moment van de start van de afschrijving,
Bij de materiële vaste activa is onderscheid gemaakt naar investeringen met economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut.
Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de gemiddelde levensduur van de activa. Afschrijving vindt lineair plaats, tenzij in uitzonderingsgevallen bij raadsbesluit is afgeweken en besloten is tot annuïtaire afschrijving. De afschrijvingstermijnen zijn vastgelegd in de richtlijn “investeren & waarderen, activeren en afschrijven activa”.
De waardering van de vaste activa is gebaseerd op de volgende afschrijvingstermijnen in jaren:
Categorie | Afschrijvings | Omschrijving | Economisch/ |
termijn | Maatschappelijk | ||
Materiële vaste activa | |||
Gronden en terreinen | 40 | Landgoederen | Economisch |
25 | Parken | Maatschappelijk | |
0 | Gronden en terreinen | Economisch/Maatschappelijk | |
0 | Gronden uitgegeven in erfpacht | Economisch | |
Woonruimten | 40 | Woonruimten | Economisch |
20 | Levensduurverlengend onderhoud Woonruimten | Economisch | |
Bedrijfsgebouwen | 40 | Wijkcentra | Economisch |
40 | Schoolgebouwen | Economisch | |
40 | Gebouwen t.b.v. eigen organisatie | Economisch | |
40 | Overige bedrijfsgebouwen | Economisch | |
40 | Parkeergarages | Economisch | |
50 | Ondergrondse parkeergarages | Economisch | |
40 | Sport- en jeugdaccommodaties | Economisch | |
20 | Eerste inrichting bij nieuwbouw | Economisch | |
20 | Levensduurverlengend onderhoud gebouwen | Economisch | |
15 | Technische installaties gebouwen | Economisch | |
10 | Noodgebouwen | Economisch | |
Grond, weg en waterbouwkundige werken | 40 | Uitbreidingsinvesteringen Riolering | Economisch |
40 | Riolering (vervanging) + besluitvorming Gemeentelijk Rioleringsplan | Economisch | |
40 | Bruggen | Maatschappelijk | |
40 | Havens en kaden | Maatschappelijk/Economisch | |
40 | Sloop- en grondwerkzaamheden | Maatschappelijk | |
40 | Tunnel | Maatschappelijk | |
25 | Busbanen | Maatschappelijk | |
25 | Viaduct | Maatschappelijk | |
20 | Sport en recreatievelden | Economisch | |
20 | Blackspots | Maatschappelijk | |
20 | Parkeerterreinen | Economisch/ maatschappelijk | |
15 | Rijbanen | Maatschappelijk | |
15 | Fietspaden | Maatschappelijk | |
15 | Trottoirs | Maatschappelijk | |
15 | Groenvoorziening | Maatschappelijk | |
15 | Herinrichting straten, verbetering woonomgeving | Maatschappelijk | |
10 | Speelvoorzieningen | Maatschappelijk/ economisch | |
10 | Geluidsarm asfalt | Maatschappelijk | |
Vervoermiddelen | 5 | Bestel- en personenauto's | Economisch |
10 | Vrachtwagens en tractoren | Economisch | |
Machines, installaties en apparatuur | 20 | Openbare verlichting | Maatschappelijk |
15 | Verkeersinstallaties | Maatschappelijk | |
10 | Parkeerapparatuur | Economisch | |
Automatisering | 8 | Telefooncentrale | Economisch |
5 | Grote computersystemen (bijv. NFIS) | Economisch | |
3 | Mobiele telefoons | Economisch | |
5 | Automatiseringsinfrastructuur | Economisch | |
5 | Aanschaf software licenties | Economisch | |
5 | PC’s | Economisch | |
3 | printers, servers, back-up apparatuur, UPS | Economisch | |
5 | Beeldschermen | Economisch | |
3 | Softwaretools voor onderhoud en monitoring systemen | Economisch | |
Overige materiële vaste activa | 10 | Meubilair en inventaris | Economisch |
10 | Fietsenstallingen | Economisch | |
5 | Gereedschappen | Economisch | |
5 | Motormaaiers | Economisch | |
5 | Keet- en schaftwagen | Economisch | |
5 | Kunstwerken zonder historische waarde | Economisch/Maatschappelijk |
Immateriële vaste activa | ||
Kosten geldleningen | Maximaal looptijd van de lening | Kosten sluiten van geldleningen en disagio |
Onderzoek en Ontwikkeling | 5 | Onderzoek en Ontwikkelingskosten van een actief |
Financiële vaste activa | ||
Bijdrage aan activa in eigendom van derden | Afhankelijk van soort investering | Bijdrage aan activa in eigendom van derden |
LENINGEN U/G.
De leningen u/g zijn opgenomen voor het nominale openstaande saldo. verminderd met het totaal van de getroffen voorzieningen in verband met risico's van oninbaarheid.
DEELNEMINGEN
De deelnemingen bestaan uit aandelen en participaties en zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs. Elk jaar vindt een beoordeling plaats of een afwaardering noodzakelijk zou zijn op grond van een structurele waardedaling van de aandelen.
VOORRADEN
De voorraden zijn gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere marktwaarde.
De in de exploitatie opgenomen gronden van het Ontwikkelingsbedrijf, opgenomen onder de post “voorraden” op de balans, zijn gewaardeerd tegen het saldo van de gerealiseerde kosten en opbrengsten minus de voorziening t.b.v. een eventueel nadelig resultaat.
Onder de kosten wordt in dit verband verstaan de verwervingskosten, sloopkosten, kosten van bouw- en woonrijp maken rentekosten en diverse plankosten.
De planexploitaties in ontwikkeling zijn eveneens op deze grondslag gewaardeerd.
ONDERHANDEN WERK
Het onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen aanschafwaarde, eventueel verminderd met getroffen voorzieningen.
GRONDEN NIET IN EXPLOITATIE
De gronden niet in exploitatie zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs.
KORTLOPENDE VORDERINGEN
De vorderingen op derden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
De op balansdatum openstaande vorderingen zijn op hun volwaardigheid beoordeeld.
Voor zover noodzakelijk zijn voorzieningen getroffen ter dekking van de risico's van dubieusheid of oninbaarheid. Deze voorzieningen zijn in mindering gebracht op het saldo van de vorderingen.
De vorderingen inzake belastingen zijn gewaardeerd op basis van de nominale waarde (de opgelegde aanslagen) verminderd met de op balans¬datum ingeschatte verplichtingen in verband met verminderingen, kwijtscheldingen en oninbaarheid van belastingposten.
De vorderingen op inwoners inzake gevorderde terugbetaling van teveel uitbetaalde uitkeringen en subsidies zijn gewaardeerd op nominale waarde verminderd met de op balansdatum ingeschatte mate van oninbaarheid, verwachte kwijtscheldingen en indien er sprake is van een afbetalingsschema contant gemaakt tegen de geldende rekenrente.
OVERLOPENDE ACTIVA
De onder overlopende activa opgenomen posten zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.
LIQUIDE MIDDELEN
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
EIGEN VERMOGEN
Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserve ,de bestemmingsreserves en het saldo van de rekening van baten en lasten.
VOORZIENINGEN
Onder de voorzieningen zijn opgenomen de op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en of risico's voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten dan wel van derden verkregen middelen die specifiek moeten worden besteed. Ook voor kosten die in een volgend jaar gemaakt worden, maar hun oorsprong vinden in het betreffende jaar waarbij de voorziening dient tot kostenegalisatie. Voorzieningen waarvan de omvang wordt bepaald op basis van beheers- of onderhoudsplannen worden berekend op basis van de laatst bekende geactualiseerde plannen. De voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde
VOORZIENING GEMEENTELIJKE RIOLERINGS PLAN (GRP)
Binnen de bestaande regels en wetgeving kiezen we voor een zo eenduidig en eenvoudig mogelijke en transparante financiële structuur. Er is daarom gekozen voor een geïntegreerde voorziening waarin de drie componenten voor spaardeel voor investeringen, onderhoud en jaarlijkse financiële resultaten in samenhang met elkaar, maar wel apart zichtbaar worden, en gescheiden geregistreerd en beheerd worden.
LANGLOPENDE SCHULDEN
Onder langlopende schulden zijn begrepen schulden met een vervaltermijn langer dan een jaar. Deze zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
VLOTTENDE PASSIVA
De posten opgenomen onder de vlottende passiva zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.
GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING
BATEN EN LASTEN
In de concernjaarrekening worden de baten en lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. Zowel de baten als de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves worden conform begroting, dan wel expliciete besluitvorming door de Raad, rechtstreeks op de reserves gemuteerd. Bij de presentatie van het rekeningsaldo zijn wel alle mutaties afzonderlijk gepresenteerd in het kader van de nieuwe verslaggevingsvoorschriften.
PLANEXPLOITATIES ONTWIKKELINGSBEDRIJF
Verwachte nadelige resultaten worden door middel van het vormen van een voorziening op basis van contante waarde als verlies genomen. Verliezen worden genomen zodra zij voorzienbaar c.q. te verwachten zijn.
Verwachte voordelige resultaten worden in principe genomen bij het afsluiten van de planexploitatie. Tussentijdse winstneming wordt alleen toegepast indien de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is. De tussentijds te nemen winst wordt bepaald door de negatieve boekwaarde van het onderhanden werk te verminderen met de contante waarde van nog te maken kosten. Baten worden genomen zodra zij zijn gerealiseerd.
KOSTENPLAATSSALDI
In 2013 zijn de bedrijfsvoeringskosten overeenkomstig de begroting over de programma’s verdeeld. Een bij de rekening blijkend voor- of nadelig saldo is als bedrijfskostenresultaat op het programma bestuur en middelen verantwoord.
GEMEENTELIJK RIOLERINGS PLAN (GRP) Financiële resultaten op de exploitatie
De werkelijke lasten en baten zullen afwijken van de ramingen.
Deze worden gestort/onttrokken in/aan een voorziening GRP.Wij willen transparant laten zien dat alle geïnde rioolrechten ook daadwerkelijk worden aangewend voor werkzaamheden voortvloeiend uit het GRP. Ons argument daarvoor is dat de burger helder moet kunnen zien dat het geld daadwerkelijk wordt besteed waarvoor het wordt opgehaald.
De aanbeveling vanuit de Commissie BBV is om hiervoor een bestemmingsreserve in te stellen. De raad zou hiertoe kunnen besluiten als zij dat wenselijk acht.
Wij wijken van deze aanbeveling af. Daarbij denken wij dat het werken met een geïntegreerde voorziening de samenhang wordt vergroot en dezelfde effecten worden bereikt als bij een bestemmingsreserve, doordat de componenten afzonderlijk zichtbaar worden gemaakt en door de raad van jaar tot jaar kunnen worden gevolgd.