Programma Onderwijs

Omschrijving

Wij werken in de stad samen met ouders, schoolbesturen en instellingen aan goede opvang- en onderwijsvoorzieningen. Dit doen we door voldoende basisvoorzieningen te faciliteren, zoals adequate schoolgebouwen en leerlingenvervoer. Wij bevorderen de ontwikkeling en ontplooiing van talenten van Nijmeegse kinderen. Dit doen we bijvoorbeeld door kinderen en jongeren met leerachterstanden extra te ondersteunen op het gebied van taal. Daarnaast bieden de Brede Scholen extra activiteiten voor kinderen en ouders op het gebied van cultuur, sport, opvoedingsondersteuning en zorg. Naast onze wettelijke taak van toezichthouder op de kinderopvang, zorgen we voor een voorschools aanbod op peuterspeelzalen. Voor jonge kinderen met lage startkansen zorgen we voor extra taalstimulering die doorloopt van voorschool tot vroegschool.

We faciliteren het centraal aanmeldpunt in het basisonderwijs. De schoolbesturen dragen zorg voor de uitvoering. Het landelijke probleem van voortijdige schoolverlaten en schoolverzuim gaat aan Nijmegen niet voorbij. Samen met de schoolbesturen voortgezet onderwijs en ROC voorkomen we schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk. We handhaven de leerplicht en hebben zorg voor risicoleerlingen en overbelaste leerlingen. Jongeren zonder startkwalificatie sporen we in samenwerking met het onderwijs op. We plaatsen hen zoveel mogelijk terug in het reguliere onderwijs. Op deze manier behalen zij alsnog een diploma. Soms is het terugplaatsen van leerlingen in het reguliere onderwijs niet mogelijk. Deze leerlingen krijgen een op hun situatie aangepast onderwijsprogramma op het Flex College. Er is een duidelijke relatie met het programma Zorg & Welzijn waarbinnen subsidie wordt verleend voor het schoolmaatschappelijk werk en de ondersteuning van de Zorg Advies Teams op de scholen en hun relatie met de sociale wijkteams in ontwikkeling.

Volwassenen met een laag opleidingsniveau krijgen de mogelijkheid om alsnog een diploma te behalen in het volwassenenonderwijs. Hierbij ligt het accent op het versterken van de taalvaardigheid en het bestrijden van laaggeletterdheid.

Ten aanzien van het jongerenloket is er een nadrukkelijke relatie met het programma Werk en Inkomen. In het kader van de doordecentralisatie van onderwijshuisvesting is er een samenhang met het programma Grondbeleid. Ook zijn er verbindingen met de programma’s Cultuur (cultuureducatie), Sport (sportieve school, duale leerkrachten) Zorg en Welzijn (inzet van de activiteiten van Tandem op de brede scholen, transitie jeugdzorg) en Economie (afstemming onderwijs en arbeidsmarkt).

Maatschappelijk effect

In het programma Onderwijs werken we samen met ouders, schoolbesturen en kinderopvangaanbieders aan goede opvang- en onderwijsvoorzieningen in de stad, die de talentontwikkeling van Nijmeegse kinderen bevorderen.

We streven naar adequate en kwalitatief goede schoolgebouwen, met een evenwichtige spreiding over de stad, passend bij de demografische ontwikkelingen in stad en regio.

We willen dat de Nijmeegse jonge kinderen van kwalitatief goede en veilige voorschoolse voorzieningen gebruik kunnen maken, die minimaal voldoen aan de wettelijke eisen. Dit aanbod van voorschoolse voorzieningen moet toegankelijk zijn en voldoende divers, zodat ouders kunnen kiezen. We willen dat jonge kinderen met lage startkansen extra educatief aanbod krijgen zodat ze voldoende toegerust zijn om een goede start te kunnen maken op de basisschool.

We streven naar gemengde, brede basisscholen, voor kinderen van 0-12, met doorlopende ontwikkelings- en zorglijnen. Het schoolse en buitenschoolse aanbod op de brede scholen sluit aan bij de behoeften en talenten van kinderen en ouders. We streven naar gelijke kansen voor kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.

We willen dat jongeren goed voorbereid de arbeidsmarkt kunnen betreden. Dit betekent dat alle jongeren het onderwijs verlaten met een diploma, zo mogelijk een startkwalificatie, diploma HAVO of MBO niveau 2.

Zorgplicht onderwijshuisvesting

Wat willen we bereiken

Wij willen kwalitatief goede onderwijshuisvesting. Voor het basisonderwijs geldt dat wij brede scholen willen realiseren, centraal gelegen in de wijk, goed bereikbaar voor ouders en kinderen uit de wijk.

Zorgplicht onderwijshuisvesting en doordecentralisatie

In 2008 is een groot gedeelte van de onderwijshuisvesting in Nijmegen, met name in de bestaande stad, doorgedecentraliseerd. De gemeente heeft nog wel de zorgplicht voor de scholen Kristallis, Tarcisius en Hidaya. Voor Nijmegen Noord geldt dat alleen De Geldershof en het Citadel College zijn doorgedecentraliseerd.

Bij de doordecentralisatie is de gezamenlijke ambitie uitgesproken, om binnen 40 jaar 70% van de bestaande scholen te vervangen door nieuwbouw en 30% te renoveren, evenwichtig verspreid over de stad en passend bij de ontwikkeling van leerlingenaantallen.

Wat hebben we bereikt

In 2013 zijn we doorgegaan met het realiseren van bredeschoolvoorzieningen binnen de bestaande locaties voor basisonderwijs. Daarbij streven we naar gemengde, brede basisscholen, voor kinderen van 0-12, met

doorlopende ontwikkelings- en zorglijnen.
In het voortgezet onderwijs zorgen we er voor, dat er in elk stadsdeel minimaal één voorziening voor voortgezet onderwijs is. De ontwikkelingen binnen het VMBO volgen we op de voet.

De wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting wordt door de schoolbesturen volgens de doordecentralisatieovereenkomsten uitgevoerd. Evaluatie van deze overeenkomsten heeft plaats gevonden in 2013. In het 1e kwartaal van 2014 worden de resultaten hiervan gepresenteerd.

De effecten van het regeerakkoord voor onderwijshuisvesting zijn vertaald naar de onderzoeksopdracht Onderwijs en Jeugd. Dit krijgt in de loop van 2014 een vervolg.

Ingroeiregeling: Over het verschil van inzicht in de uitleg van de overeenkomst doordecentralisatie met betrekking tot de ingroeiregeling is een mediationtraject gestart. Dit heeft in 2013 niet tot overeenstemming geleid. In 2014 wordt met de schoolbesturen overleg gevoerd over de vervolgstappen.

Vavo-leerlingen: Hierover liep een juridische procedure over de vraag of deze leerlingen meegenomen moeten worden in de vaststelling van de vergoeding in het Gemeentefonds. In 2013 is de gemeente in het gelijk gesteld en heeft het Ministerie van BZK in een beschikking de hoogte van het Gemeentefonds met terugwerkende kracht vanaf 2010 structureel naar boven bijgesteld.

Sinds de invoering van de doordecentralisatie (2008) hebben we bereikt dat er een 20-tal projecten van nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen zijn gerealiseerd of onderhanden zijn.

Met de niet-doorgedecentraliseerde schoolbesturen is steeds overleg gevoerd over het op peil houden van de huisvestingsvoorzieningen.

Indicatoren

Zorgplicht onderwijshuisvestingRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
1.1 Totaal bedrag uitbetaalde doordecentralisatievergoedingen € 14,3 mln€ 14,6 mln€ 14,7 mln
1.2 % gerealiseerde nieuwbouwscholen die zijn gedoordecentraliseerd6,4 %7 %7,9%
1.4 Aantal gerealiseerde nieuwbouwscholen Nijmegen-Noord 011
1.5 % uitbreidingen/renovaties 7,5 %7,5 %7,5 %

Toelichting indicatoren:
1.1 We zetten het volledige onderwijshuisvestingsbudget in voor onderwijshuisvesting. Dit bedroeg voor 2013 € 18,4 mln. Hiervan hebben we € 14,7 ingezet voor de uit te betalen vergoeding doordecentralisatie. De overige middelen worden ingezet voor de huisvestingslasten van de niet-doorgedecentraliseerde schoolgebouwen

1.2 (vervangende) nieuwbouw berekend op basis van m2 BVO in % (cumulatief) in vergelijking met de start van de doordecentralisatie in 2008. Het uiteindelijke ambitieniveau is 70% in 2048

1.3 In 2013 is de nieuwbouw van De Geldershof gereedgekomen.1.4 uitbreidingen/renovaties berekend op basis van m2 BVO in % (cumulatief) in vergelijking met de start van de doordecentralisatie in 2008. Het uiteindelijke ambitieniveau is 30 % in 2048.

Wat hebben we ervoor gedaan

Realisatie niet-doorgedecentraliseerde onderwijshuisvesting

  • Met Kristallis is per 1 januari 2013 een huurovereenkomst gesloten voor de locatie Hatertseweg 400, ter vervanging van de huisvesting in de twee locaties aan de Jacob van Campenstraat en de Vossenlaan. In 2013 is gestart met een scenario- onderzoek naar een voorziening voor bewegingsonderwijs in Kinderdorp Neerbosch. In 2014 wordt een besluit genomen.
    Het Talent; noodlokalen geplaatst ten behoeve van de leerlingen van de Verwondering. Medio 2014 wordt de nieuwbouw voor de Verwondering gerealiseerd.
  • Citadel College VMBO aan de Dijkstraat. Naar aanleiding van het verzoek van de Stichting Alliantie bekijken we stadsbreed of een nieuwe voorziening voor VMBO in Nijmegen noord noodzakelijk en wenselijk is.
  • Naar aanleiding van een groei van het leerlingenaantal zijn we met het schoolbestuur van Hidaya in gesprek over een mogelijke uitbreiding met twee semipermanente lokalen en onderhoud aan de huidige locatie met ingang van het schooljaar 2014/2015.

Realisatie doorgedecentraliseerde onderwijshuisvesting

  • In 2013 hebben we de tweede monitor doordecentralisatie vastgesteld over het jaar 2012. Deze monitor vormt de basis voor de evaluatie van de eerste 5 jaar doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting en van de onderwijsafspraken die zijn vastgelegd in het convenant doordecentralisatie uit 2007. In overleg met de betrokken schoolbesturen wordt de evaluatie met aanbevelingen definitief vastgesteld in het voorjaar 2014.
  • In 2013 zijn de nieuwbouw van de Geldershof en de Prins Mauritsschool opgeleverd.
  • School Eigenwijs huurt het schoolgebouw aan de Dobbelmannweg voor 1 jaar met een optie voor nog een jaar.
  • B.s. De Verwondering in Lent-oost: In 2013 is de overeenkomst doordecentralisatie gesloten met het bestuur Conexus over de bouw van deze school. Start van de bouw gepland januari 2014. Oplevering juli 2014.

In voorbereiding en onderzoek 2013; ambitie 2014

Met betrekking tot nieuwbouw zijn gesprekken met de betreffende schoolbesturen primair onderwijs gestart over:

De Buut; Vrijeschool Meander; Brakkenstein; de Klokkenberg; twee locatie van Aquamarijn en het SBO vestiging Lent;

Met de betreffende schoolbesturen voortgezet onderwijs zijn gesprekken gaande met Canisiuscollege, het Mondial College, het Montessoricollege en de praktijkschool.

Ten aanzien van renovatie en gedeeltelijke nieuwbouw/ uitbreiding zijn gesprekken gestart met Canisiuscollege en het NSG.

Toelichting:

  • De Buut: locaties Molukkenstraat en Hugo de Grootstraat. De ambitie is om de nieuwbouw te realiseren op de Hugo de Grootstraat. Start bouw is gepland eind 2014.
  • Vrije School Meander. Deze school verhuist van de locatie aan de Wedren naar de locatie Celebesstraat 12. Verhuizing gepland 2e helft 2015.
  • B.s. Brakkenstein aan de Heemraadstraat 2. De ambitie is nieuwbouw aan de Heijendaalseweg 235. Start bouw is gepland in voorjaar 2014; oplevering begin 2015.
  • Montessoricollege aan de Kwakkenberg 33. Nieuwbouw van alle drie de vestigingen gepland aan de Kwakkenberg. De bouw is gestart. De nieuwbouw verloopt in fases. Oplevering 1e fase gepland medio 2014; 2e fase medio 2015.
  • Vestiging voor SBO in Lent. Er is een haalbaarheidsonderzoek gestart voor vestiging in Lent. Uiterlijk medio 2014 meer duidelijkheid.
  • Praktijkschool. Nieuwbouw aan de Dennenstraat. Start bouw gepland medio 2014; oplevering medio 2015.
  • Klokkenberg. Start nieuwbouw gepland medio 2014.
  • De twee locaties van Aquamarijn worden opgenomen in Voorzieningenhart Waterkwartier. De bouw is gestart. Oplevering medio 2014.
  • Nieuwbouw Mondial College in Lindenholt noord. Bouw is gestart. Oplevering medio 2014.
  • Canisiuscollege locatie Berg en Dalseweg. Renovatie en nieuwbouw op de huidige locatie. Start bouw gepland medio 2014.
  • NSG van Cranenborgstraat 7-9. Medio 2014 valt besluit of investering in uitbreiding en renovatie doorgaat.

Stimuleren ontwikkelingskansen

Wat willen we bereiken

Wij bevorderen ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen op het gebied van taal en op voorzieningenniveau.

  • Voorschoolse periode

We willen dat alle kinderopvang en peuterarrangementen voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. We zorgen voor een goed gespreid, voldoende divers en financieel toegankelijk aanbod van peuterarrangementen voor alle 2- en 3 jarigen in Nijmegen. We streven naar 100% bereik van 2- en 3 jarigen met een lage startkans met een VVE-programma. We streven naar een algehele verbetering van de pedagogisch-didactische kwaliteit in de voorschoolse voorzieningen, met name in de VVE locaties. We willen een goede aansluiting van de voorschoolse voorzieningen op het basisonderwijs.

  • Basisonderwijs

Jaarlijks krijgen 200 leerlingen extra taalstimulering via een schakelklas. We streven ernaar dat in 2015 25 basisscholen in Nijmegen brede school zijn. We bevorderen dat kinderen een basisschool in de eigen wijk bezoeken, waarbij we ernaar streven dat 80% van de kinderen een basisschool bezoekt die niet meer dan 300 meter verder van hun huis ligt dan de dichtstbijzijnde school.

  • Voortgezet Onderwijs

Scholen die deelnemen aan het onderwijsachterstandenbeleid besteden systematisch aandacht aan de taalontwikkeling van leerlingen. Daarnaast is er aanbod van schakelklassen voor 80 leerlingen, waar leerlingen met taalschterstand (o.a. nieuwkomers) tijdelijk worden opgevangen.

Het gemiddeld aandeel niet-westerse allochtone leerlingen in het derde leerjaar havo/vwo stijgt naar 38 %, waarbij wij ons realiseren dat er verschillen zijn tussen de verschillende etnische groepen.

  • Leerlingenvervoer

Het leerlingenvervoer wordt conform het contract uitgevoerd en naar tevredenheid van ouders, leerlingen en scholen. We streven ernaar dat 95% van de ouders het leerlingenvervoer een ruime voldoende (7,5) geeft.

  • Voorlichting seksuele diversiteit

Op álle scholen in Nijmegen, zowel basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en het ROC, wordt voorlichting gegeven over seksuele diversiteit en de voorlichting wordt met de jaren steeds verder geïntensiveerd.

  • Volwasseneneducatie

Wij zullen in goed overleg met het ROC blijven streven naar een goed bereik van doelgroepen, waarbij het accent net als de afgelopen jaren zal liggen op laaggeletterdheid. In 2013 verwachten wij een samenwerkingsovereenkomst tussen de vrijwilligersorganisaties die taalondersteuning aanbieden en het ROC te kunnen presenteren, gericht op een groter bereik van de doelgroep laaggeletterden.

Wat hebben we bereikt

  • Voorschoolse periode

Onze doelstelling is het bereiken van 100% van de doelgroeppeuters met een VVE programma. We hebben daar vorm aan gegeven door instandhouding van aanbodsubsidiëring voor 16 VVE-locaties en door invoering van een nieuwe VVE-subsidie voor reguliere kinderdagverblijven en peuterarrangementen. Kinderopvangaanbieders die VVE subsidie ontvangen, dienen een VVE programma aan te (gaan) bieden dat door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) is erkend als effectief instrument. Daarmee verhogen we de kwaliteit van het aanbod.

We hebben de toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen geborgd door ouders die daarvoor in aanmerking kwamen de mogelijkheid te bieden gebruik te maken van onze subsidieregeling ‘peutertoeslag’.

Het percentage 2/3 jarigen dat deelneemt aan peuterarrangementen, vve en kinderopvang is gelijk aan vorig jaar. Wat betreft het aantal peuters volgden circa 400 kinderen met vve-indicatie ook een vve aanbod bij kion of kinop. Dit is een toename die waarschijnlijk het gevolg is van meer kinderen die worden geïndiceerd. Daarnaast zijn er evenals voorgaande jaren kinderen met vve-indicatie die wel opvang hadden, maar geen vve- aanbod. Dit is in lijn met ons beleidskader, waarbij we ervan uitgaan dat deze kinderen voldoende worden gestimuleerd als zij gebruik maken van aanbod met een relatief hoog percentage kinderen zonder taal-of ontwikkelingsachterstand.

  • Basisonderwijs

In 2013 hebben we het aantal schakelklassen en brede scholen in Nijmegen uitgebreid. In het primair onderwijs is het bereik van de schakelklassen als volgt: n.n.b.

Daarnaast hebben we sinds 1 augustus 15 Brede Scholen in Nijmegen, waar 16 basisscholen onderdeel van uitmaken. Het gaat om de 12 voormalige Open Wijkscholen (bestaande uit 14 scholen) en twee nieuwe scholen.

Met betrekking tot de doelstelling om kinderen in de eigen wijk (binnen 300 meter) naar school te laten gaan, hebben we het volgende bereikt:

2010/20112011/20122012/2013
DichtstbijzijndMax. 300 m verderMeer dan 300 m verder50%19%31%50%19%31%50%19%31%

In totaal 69% van alle Nijmeegse basisschoolleerlingen gaat naar een school die niet meer dan 300 meter verder weg is van hun woonadres dan de dichtstbijzijnde school.

  • Voortgezet onderwijs
    Wij ondersteunen de schakelklas van het Canisius College om deze nieuwkomers- leerlingen kennis te kunnen laten maken met de Nederlandse samenleving/cultuur. In deze schakelklassen worden leerlingen tijdelijk opgevangen en voorbereid op de terugkeer naar het reguliere onderwijs. In 2013 was het aantal leerlingen in de schakelklas van het VO ruim 125.
  • Leerlingenvervoer

In december 2013 is een evaluatie van het leerlingenvervoer uitgevoerd die in 2014 zal worden vastgesteld. Uit de evaluatie blijkt dat het percentage ouders dat ontevreden is over het taxivervoer t.ov. 2009 is gedaald en dat het percentage dat het taxivervoer als goed beoordeeld flink is gestegen. Tevens is de tevredenheid onder ouders van leerlingen die gebruik maken van het openbaar vervoer en eigen vervoer geëvalueerd.

  • Voorlichting seksuele diversiteit

De GGD voert het project SchoolsOut uit, waarin scholen (basisscholen tot en met ROC) worden gestimuleerd en ondersteund om seksuele diversiteit bespreekbaar te maken en de tolerantie te bevorderen. Alle scholen in Nijmegen worden jaarlijks bezocht en geïnspireerd om aandacht te blijven besteden aan dit onderwerp. Omdat SchoolsOut landelijk bekend is geworden als een succesvol programma is er veel informatie verstrekt over het project aan de ministeries en andere gemeenten.

  • Volwasseneducatie

Vanuit het Rijk hebben we in 2013 minder middelen ontvangen voor volwasseneducatie in vergelijking met 2012. Daardoor hebben we in 2013 minder inwoners volwasseneducatie kunnen aanbieden. Was er in 2012 nog budget voor 670 trajecten, in 2013 waren 373 trajecten maximaal te realiseren. Tot en met het derde kwartaal van 2013 (30-9) hebben in totaal 225 volwassenen een cursus bij ROC Nijmegen gevolgd. Dit is 60% van de prognose. Begin januari 2014 kunnen we een eindstand over 2013 opgeven.

Indicatoren

Stimuleren ontwikkelingskansenRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
2.1 Aantal peuters van 2 en 3 jaar met lage startkans dat deelneemt aan vve 476400400
2.2 % 2/3 jarigen dat deelneemt aan peuterarragementen, vve en kinderopvang 85 %85 %
2.3 % Kindercentra dat voldoet aan wettelijke kwaliteitseisen90 %*
2.4 Totaal aantal kinderschakelklas PO en VO265300nnb
2.5 Aantal brede scholen121415
2.6 % leerlingen naar dichtbije basisschool69%74 %69 %
2.7 % ouders dat leerlingenvervoer ruime voldoende geeft95 %95 %
2.8 Bereik voorlichting seksuele diversiteit75 % 50 %100 %

* Als gevolg van wijziging in de landelijke voorschriften is het niet mogelijk om op dit moment het % Kindercentra dat voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen aan te geven. Landelijk is een informatiesysteem in ontwikkeling waarmee in de toekomst deze gegevens wel inzichtelijk gemaakt kunnen worden.

Wat hebben we ervoor gedaan

  • Onderzoeksopdracht

Als vervolg op de perspectiefnota 2014 is in 2013 gewerkt aan de Onderzoeksopdracht Onderwijs en Ondersteuning Jeugd, met een indicatieve financiële taakstelling van € 3.585.000. De onderzoeksopdracht brengt vooruitlopend op de decentralisatie van de Jeugdzorg en AWBZ en de invoering van Passend Onderwijs de keuzemogelijkheden (scenario’s) in beeld om de functies effectiever te benutten en efficiënter in te richten.

  • Onderwijsvisie

In 2013 is onder leiding van de stuurgroep (bestaande uit primair en voortgezet onderwijs, ROC, HAN en RU) een concepttekst van de onderwijsvisie opgesteld, met daaraan gekoppeld een innovatieve agenda voor de toekomst, en besproken met alle relevante partners. Op 10 februari 2014 wordt de visie gepresenteerd tijdens een onderwijsconferentie en wordt gesproken over de gevolgen voor de uitvoering in de verschillende organisaties.

  • Voorschoolseperiode

In 2013 hebben we subsidie verleend aan ouders waarvan het kind gebruik maakt van een peuterarrangement en niet of onvoldoende in aanmerking komt voor een kinderopvangtoeslag van het rijk. Ook hebben we subsidie verleend aan Kion en Kinop voor de instandhouding van 16 VVE-locaties. Tevens hebben we Kion en Kinop subsidie verleend voor een startsubsidie VVE en voor instandhouding en uitbreiding van VVE dat voldoet aan onze kwaliteitseisen. De GGD heeft in 2013 ouders gestimuleerd om hun kind gebruik te laten maken van voorschoolse voorzieningen en zijn kinderen geïndiceerd voor VVE.

De GGD heeft in onze opdracht volgens het handhavingsbeleid kinderopvang locaties geïnspecteerd op basis van wettelijke kwaliteitseisen. Op grond van de Wet Kinderopvang is de gemeente aangewezen als handhaver op het gebied van kinderopvang. Per april 2013 hebben wij de lichte handhaving en registratietaken in het landelijk register kinderopvang gemandateerd aan de GGD met als beoogd effect kwaliteitsverbetering op dit onderdeel.

  • Bestuursakkoord G33

In 2012 hebben we samen met de andere grote gemeenten een bestuursakkoord gesloten met het Rijk, waarin we afspraken hebben gemaakt over verbetering van de kwaliteit van VVE en over uitbreiding van het aantal schakelklassen in het primair onderwijs. In 2013 hebben we hiervoor subsidie verleend aan twee kinderopvangaanbieders die VVE bieden en aan de schoolbesturen in het primair onderwijs. Dit heeft ertoe geleid dat in het schooljaar 2013/2014 gestart is met de uitvoering hiervan, waardoor het aantal schakelklassen is uitgebreid in 2013 en capaciteit is vrij gemaakt in de voor- en vroegschool om de kwaliteit van VVE te verbeteren en de doorgaande lijn te versterken.

  • Basisonderwijs

We streven naar 25 brede scholen medio 2015. In 2013 zijn de eerste scholen brede scholen geworden. Het gaat dan om de voormalige Open Wijkscholen en twee basisscholen. Tevens zijn stadsbrede afspraken gemaakt over de overdracht van kinderen van de voorschool naar school, middels het instrument ‘Alle kinderen in beeld’. In 2014 wordt gestart met de uitvoering daarvan. Voor 1 juni 2014 moeten kinderopvang, peuterarrangementen en Scholen die een VVE-programma aanbieden, ‘Alle kinderen in beeld’ invoeren. Andere locaties (voorschoolse voorzieningen en scholen) voeren het in voor 1 juni 2015.

  • Voortgezet Onderwijs

Wij ondersteunen het project Playing for Succes, waar in leerlingen uit groep 7 en 8 van BO en klassen 1 en 2 van VO, na schooltijd in de stimulerende omgeving van het profvoetbal (De Goffert) werken aan achterstanden op het terrein van taal en rekenen.

Verder ondersteunen we het JuniorTechnovium en De week van de Techniek; in beide projecten kunnen kinderen op een aantrekkelijke manier kennis maken met de actuele wereld van de techniek met het oog op een eventuele oriëntatie op een opleiding of beroep in de technische richtingen.

  • Leerlingenvervoer

Door taxivervoer niet standaard in te zetten, hebben wij bereikt dat steeds meer leerlingen met het openbaar vervoer gebruik maken van (een vergoeding van) het leerlingenvervoer.

  • Volwasseneducatie

Het goed bereiken van de doelgroep stond centraal. Het ROC Nijmegen heeft door middel van voorlichting en contacten met de gemeente gewerkt aan een beter bereik. De aanpak van laaggeletterdheid stond hierin voorop. Voor 2014 staan nog nieuwe acties gepland, onder andere een pilot bij het Jongerenloket en breder binnen de afdeling Werk om laaggeletterdheid bij werkzoekenden die zich bij de gemeente melden, te herkennen en indien nodig, door te geleiden naar volwasseneducatie bij ROC Nijmegen.

De samenwerkingsovereenkomst tussen vrijwilligersorganisaties die taalondersteuning aanbieden en ROC Nijmegen is niet tot stand gekomen. Oorzaak lag in de fusie van IVC en Intercity die in 2013 van beide organisaties veel aandacht vroeg.

Wij zijn gestart met het opzetten van een bondgenootschap tegen laaggeletterdheid regio Nijmegen teneinde samen met andere organisaties en gemeenten het aantal laaggeletterden terug te dringen en de informatievoorziening voor deze doelgroep beter toegankelijk te maken.

Bestrijden voortijdig schoolverlaten

Wat hebben we bereikt

In 2013 hebben we ons gezamenlijk met de onderwijsinstellingen ingezet voor het verlagen van het aantal vsv-ers. Op basis van voorlopige cijfers (schooljaar 2012-2013) blijkt dat het aantal vsv-ers in de subregio Nijmegen met 16% is gedaald van 711 naar 598. Ook in de gehele RMC-regio Arnhem-Nijmegen is het aantal vsv-ers gedaald (17%). Voor het ROC Nijmegen als geheel geldt dat er sprake is van een daling van ruim 29% in schooljaar 2012/2013. De gezamenlijke inzet van de onderwijsinstellingen en gemeente werpt zijn vruchten af. Voor het eerst zien we een echt forse daling van het aantal vsv-ers op het MBO. De definitieve cijfers verschijnen medio 2014.

Hoewel er een daling is gerealiseerd, blijkt uit de tweede vsv-monitor ROC dathet ROC Nijmegen nog stappen heeft te zetten. Met name op het terrein van eerder signaleren (onder andere door betere verzuimregistratie) en het aanbieden van passende ondersteuning aan de juiste doelgroep, is winst te behalen. In 2014 zullen we het MBO hierin volgen.

Indicatoren

Bestrijden voortijdig schoolverlatenRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
3.1 % VSVers in het VO 1,2%1,1 %1,0 %
3.2 % VSVers op het MBO12,3%8,5 %12,5 %

Toelichting: Realisatie 2013 betreft de definitieve cijfers van het schooljaar 2011-2012.

Wat hebben we ervoor gedaan

In 2013 hebben we ons samen met de onderwijsinstellingen ingezet om het aantal vsv-ers terug te dringen. Op grond van voorlopige cijfers kunnen we stellen dat we daarin zijn geslaagd. Maar we zijn er nog niet. De ingezette maatregelen op het MBO zullen op de langere termijn hun effect op het verder verlagen van het aantal vsv-ers moeten aantonen.

We hebben met VO en MBO ook gesproken over de ontwikkelingen als passend onderwijs, de invoering van de Entree-opleiding per schooljaar 2014-2015, transitie jeugdzorg en participatiewet. We staan in 2014 voor de opdracht hier concrete stappen in te maken.

Leerplicht

Voor het eerst sinds jaren is het aantal meldingen leerplicht gedaald: van 2.838 in 2011-2012 naar 2.705 in 2012/2013.

Met het primair en voortgezet onderwijs hebben we verzuimprotocollen ondertekend. Dit betekent dat we in overleg met de scholen tot een eenduidig verzuimbeleid zijn gekomen. Dit komt een effectieve uitvoering van het leerplichtbeleid ten goede. Met ROC Nijmegen wordt nog gewerkt aan een verzuimprotocol.

In 2013 is op ROC Nijmegen gestart met het aanjaagteam. Ook hier was het doel om de verzuimregistratie beter op orde te krijgen. Het aanjaagteam heeft als onderdeel van bureau Leerplicht op de locaties van ROC Nijmegen opleidingsteams ondersteunt in het verbeteren van de verzuimregistratie. Dit heeft een preventieve werking. Door een vroegtijdige signalering is de onderwijsinstelling beter in staat jongeren te behoeden voor voortijdig schoolverlaten (vsv).

Regionaal Meld- en Coördinatiepunt

De RMC-regio Arnhem-Nijmegen is verantwoordelijk voor het beperken van vsv. Binnen de subregio Nijmegen worden de RMC-taken uitgevoerd door het RMC-Trajectbureau op ROC Nijmegen en bij het Regionaal Jongerenloket Nijmegen.

Het RMC-Trajectbureau heeft over het schooljaar 2012-2013 791 verzuimmeldingen 18+ ontvangen. Dit is een stijging van 43% ten opzichte van voorgaand schooljaar. Deze stijging wordt met name toegewezen aan een verbeterde verzuimregistratie op ROC Nijmegen. Wanneer deze stijgende lijn zich voortzet, zal binnen de RMC-functie moeten worden bekeken hoe de formatie wordt bekostigd.

Het Regionaal Jongerenloket heeft het afgelopen jaar 1.704 jongeren begeleid. Dit is een stijging van 8% ten opzichte van 2012. Opvallend is met name het aantal herplaatste (naar scholing of werk) nieuwe vsv-ers. Dit aantal is gestegen met 19% naar 1.091. Hier tegenover staat wel een daling van het aantal herplaatste oude vsv-ers met 12%. Hieruit blijkt dat een vroegtijdige aanpak werkt, en het lastiger is om oude vsv-ers te herplaatsen.

Voor 2015 ligt er een taakstelling op de RMC-functie van € 0,1 miljoen. In 2014 zal de invulling van de RMC-functie opnieuw bekeken moeten worden.

Flex College

Uit de derde meting van de VSV-monitor Flex College blijkt wederom dat deze voorziening van belang is voor overbelaste jongeren. Uit de monitor is gebleken dat:

  • Het Flex-College er in slaagt om de doelgroep van overbelasten te bereiken en binnen één van de voorzieningen te kunnen plaatsen.
  • Over de gehele linie het diplomaresultaat de afgelopen drie jaren gestegen. Er zijn wel enkele aandachtspunten: Omdat de meeste leerlingen aangewezen zijn op vervolgonderwijs, wordt aanbevolen om extra inzet te plegen op verbetering van het diplomaresultaat bij Eigenwijs, VMBO en VMBO-t.
  • Op het vervolgonderwijs doen de leerlingen het verschillend. De leerlingen die uitstromen van VAVO-VMBO-t doen het relatief goed: tweederde start aan een vervolgopleiding en behaalt een startkwalificatie. Leerlingen van de AKA-opleiding doen het echter minder goed op het vervolgonderwijs; het VSV-percentage is 70%. Vanuit Eigenwijs behaalt 60% op het vervolgonderwijs een startkwalificatie, of volgt nog een opleiding.
TODO: Navigatie

Wat heeft het gekost

OnderwijsBegroting primitiefBegroting dynamischRekening 2013 Verschil Bdyn - rek
* € 1.000,-
Financiële lasten per product
Zorgplicht onderwijshuisvesting17.73918.48218.483-2
Stimuleren ontwikkelingskansen13.93014.00012.6401.360
Bestrijden voortijdig schoolverlaten1.9602.5642.696-131
Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid0000
Totaal lasten per product33.62935.04633.8191.227
Financiële baten per product
Zorgplicht onderwijshuisvesting-55-55-54-1
Stimuleren ontwikkelingskansen-5.034-5.646-4.324-1.322
Bestrijden voortijdig schoolverlaten-1.132-1.252-1.383131
Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid0000
Totaal baten per product-6.221-6.953-5.762-1.191
Totaal Onderwijs27.40828.09328.05736

Toelichting financiën

Binnen het programma Onderwijs is in 2013 een voordelig resultaat van € 36.000 behaald. Dit resultaat bestaat uit lagere lasten van € 1.227.000 (voordeel) en lagere baten van € 1.191.000 (nadeel). Deze resultaten verhouden zich tot de begrote lasten en baten als respectievelijk 3,5% en 17,1%.

Deze afwijking is voornamelijk veroorzaakt door niet tot inzet gekomen rijksmiddelen ten behoeve van de bestrijding van onderwijsachterstanden. De in 2013 begrote specifieke uitkering van € 4.533.000 is voor een bedrag van € 3.207.000 gerealiseerd, waardoor het effect € 1.326.000 bedraagt op zowel lastenniveau (voordeel) als batenniveau (nadeel). Gezien het feit dat de specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstanden- beleid onlangs met een jaar zijn verlengd tot en met 2015, zetten we dit restant in de periode 2014-2015 in voor verdere kwaliteitsverbetering van voorschoolse educatie, uitbreiding van het aantal plaatsen VVE en verbetering van de toeleiding en uitbreiding van schakelklassen en zomerscholen.

Daarnaast hebben we voor de projecten Flexcollege en Laaggeletterdheid in 2013 kosten gemaakt die nog moeten worden gedekt uit in 2014 nog te ontvangen ESF-subsidie. Dit effect bedraagt € 131.000 op zowel lastenniveau (nadeel) als batenniveau (voordeel).

Verder is binnen het programma geen sprake van significante afwijkingen.

Begrotingsrechtmatigheid

Binnen dit programma heeft geen lastenoverschrijding plaatsgevonden, derhalve is er geen sprake van begrotingsonrechtmatigheid.

Begrotingswijzigingen van primitief naar dynamisch

1073 Onderwijs
 bedragen * € 1.000-
Besluit niveauBesluit datumagenda puntBatenLastenSaldo
Primitief-6.22133.62927.408
Wijzigingen-7321.417685
BW-01241 Inzet middelen G33 bestuursaccoordRaad26 jun '1394/2013-5085080
BW-01263 Voorjaarsnota 2013Raad26 jun '1390/2013-12062-58
BW-01264 Voorjaarsnota 2013 kapitaallastenRaad26 jun '1390/20132626
BW-01265 Voorjaarsnota 2013 technische wijzigingenRaad26 jun '1390/2013380-3800
BW-01281 Subsidie Samenwerkingsverband VO-ROCRaad18 sep '13107/2013-4854850
BW-01283 Aanjaagteam VSV op het ROCCollege25 jun '133.1600
BW-01288 Najaarsnota 2013Raad20 nov '13143/2013717717
Totaal 1073 Onderwijs   -6.95335.04628.093

Risico's

Voor het programma Onderwijs is een aantal risico’s benoemd. De meest significante wijzigingen na actualisatie van de risico’s betreffen de onderstaande twee risicos’s:

  • Looptijd specifieke uitkering Onderwijsachterstandenbeleid (OAB). De looptijd van de specifieke uitkering OAB (liep tot en met 2014) vertoonde geen gelijke tred met de looptijd van de verleende subsidie VVE (tot en met 2015). Onlangs is bekend geworden, dat de specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachter- standenbeleid met een jaar zijn verlengd tot en met 2015, waardoor het 'oude' risico op gebrek aan dekkingsmiddelen kan komen te vervallen.
  • Waardering effecten uit regeerakkoord 2013 ‘Bruggen slaan’. Het bestaande risico met betrekking tot de uitname uit het gemeentefonds van onderwijshuisvestingsmiddelen wordt nu gewaardeerd op € 3,0 miljoen (was € 2,9 miljoen).

Het totaal aantal risico’s binnen het programma 1073 Onderwijs komt hierbij op zes. Dit zijn de volgende risico’s:

  • Het ontstaan van een nieuw bestuur dat voldoet aan de stichtingsnorm waardoor een school gesticht kan gaan worden. Dit kan leiden tot extra kosten die deels ook ten koste gaan van de andere besturen en wellicht leidt tot leerlingenkrimp bij de andere besturen.
  • Huisvesting niet-doorgedecentraliseerd onderwijs blijft verantwoordelijkheid gemeente. De Verordening bij deze scholen is nog actief. Dit kan op de kortere termijn leiden tot kostenclaims en/of leveringsverplichtingen. Daarnaast voorzien we een risico in het kader van een stijging van het leerlingenaantal met een toekomstige verhuizing tot gevolg.
  • Onbehoorlijk bestuur openbaar onderwijs; gemeente heeft zorgplicht t.a.v. voortzetting aanbod openbaar onderwijs. In geval van faillisement openbaar onderwijs dient dit voor kosten gemeente voortgezet te worden
  •  Er bestaat een geschil binnen de dossiers Ingroeiregeling onderwijshuisvesting. Hierdoor kan er een nadeel voor de gemeente ontstaan, zowel structureel als eventueel met terugwerkende kracht.
    terugbetalen. Gemeente moet ontvangen vergoeding structureel en eventueel met teugwerkende kracht betalen.
  • Vanwege de steeds veranderende woningbouwprognoses is de ontwikkeling van het leerlingenaantal ongewis. De dekking voor de jaarlijks aan De Verwondering te betalen doordecentralisatievergoeding is echter gebaseerd op de aanname, dat het totale leerlingenaantal PO in de stad niet wijzigt. Indien de komende jaren wel een absolute stijging of daling van het PO-leerlingenaantal blijkt, heeft dit een negatief respectievelijk positief effect op de begroting van het product onderwijshuisvesting.

En tot slot zoals  hierboven reeds gemeld: Waardering effecten uit regeerakkoord 2013 ‘Bruggen slaan’. Het bestaande risico met betrekking tot de uitname uit het gemeentefonds van onderwijshuisvestingsmiddelen wordt nu gewaardeerd op € 3,0 miljoen (was € 2,9 miljoen).


Deze website maakt gebruik van cookies om instellingen te onthouden en om de website beter op uw behoeften af te stemmen.