Kapitaalgoederen in de openbare ruimte

Algemeen

Tot de kapitaalgoederen in de openbare ruimte rekenen we onder andere de wegen en civiele kunstwerken, openbare verlichting, riolering, het water en het groen in de stad. Met het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud, technische vervanging en renovatie. Voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte hanteren wij afschrijvingstermijnen, op basis van de technische levensduur. Onder de kapitaalgoederen hebben wij zowel investeringen van maatschappelijk als van economisch nut opgenomen. Ook op de investeringen van maatschappelijk nut wordt op basis van de levensduur afgeschreven.

Integraal beheer openbare ruimte

Beleidskader: Begin 2013 is de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ vastgesteld. Deze nota gaat niet meer uit van A en B - niveaus maar van één basisniveau, het Marikenniveau. Het Marikenniveau voldoet aan de wettelijke kaders van de gemeente- en wegenwet. Accenten kunnen worden gelegd op plekken die belangrijk zijn voor bewoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en de gemeente (als het gaat om het algemene belang).

Dit betekent dat we voor een aantal beheeronderdelen de technische norm loslaten en zoeken we de grens op van wat technisch aanvaardbaar is en voor de burger nog acceptabel. Voor een aantal beheeronderdelen blijft de technische norm leidend, zoals bij asfaltwegen, omdat een lager niveau van onderhoud negatieve financiële consequenties heeft in de toekomst.

Areaalmutaties

De woningdichtheid van Nijmegen groeit de komende jaren en de openbare ruimte verandert voortdurend. Dit brengt veranderende beheerkosten met zich mee. Areaaluitbreiding, functieverandering van de openbare ruimte en de hieruit voortvloeiende hogere beheerkosten moeten structureel in de begroting worden opgenomen. Deze structurele uitbreiding van het beheerbudget is nodig om onze stad te beheren en onderhouden zoals we voor ogen hebben bij de inrichting en ontwikkeling. Voor iedere woning die we opleveren, nemen we vanaf 2012 een bedrag op in de begroting. Als onderdeel van de reguliere cyclus van begroten en verantwoorden beoordelen we periodiek of de ontwikkeling van de beschikbare middelen gelijke tred houdt met de benodigde lasten op het programma. In 2013 is € 370.000 aan de begroting toegevoegd.

Wegen

Beleidskader: Vanaf begin 2013 geldt de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ als beleidskader. In deze nota is gekozen voor één basisniveau voor de hele stad, het zogenaamde Marikenniveau. Dit heeft geen invloed op onze kapitaalgoederen, de grote asfaltwegen. Hier blijft de technisch norm leidend.

Beleidsrealisatie: In 2013 is de Groene Route aangelegd en is Stadsbrug "De Oversteek" geopend. Daarbij zijn de toeleidende wegen Graaf Alardsingel en de Verlengde Energieweg aangelegd. Voor Kwakkenbergweg, St. Jacobslaan fase 2, Oude Groenestraat en Kanaalstraat fase 2 zijn de voorbereidingen gestart en vindt de uitvoering in 2014 plaats. In West hebben de Marialaan en de Tunnelweg een nieuwe asfaltlaag gekregen en is een deel van de Kanaalstraat opgeknapt (deel 2 in 2014). Ook is er een begin gemaakt met de aanleg van de snelfietsroute over de Dennenstraat. In Oost is de Groesbeekseweg van een nieuwe, geluidreducerende deklaag voorzien en in Noord is de Fruitlaan (busbaan) opgeknapt. In Midden-Zuid is het eerste deel van de St. Jacobslaan gereconstrueerd als toeleidende weg naar de Groene Route, is de deklaag van de Dobbelmannweg vervangen en heeft het Konijnenpad (Goffertpark) een nieuwe asfaltlaag gekregen.

Financiële realisatie: Het onderhoud van wegen en civiele kunstwerken is begroot in het programma Openbare Ruimte. In 2013 besteedden wij € 8,6 miljoen aan onderhoud en vervanging van verhardingen en civiele kunstwerken.

Openbare verlichting

Beleidskader: Voor Openbare verlichting hebben we een apart beleidskader vastgesteld eind 2011. Met deze beleidsnota hebben we een duidelijk kader voor de openbare verlichting in de komende jaren, waarin aandacht is voor de balans tussen veiligheid, beeldkwaliteit, duurzaamheid, burgertevredenheid en kosten. Met verschillende maatregelen zorgen we voor zo laag mogelijk energieverbruik van de openbare verlichting, zonder in te leveren op verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Zo zullen bij nieuwe ontwikkelingen alleen nog laag energetische verlichting zoals LED worden toegepast, passen we ‘licht op maat’ toe en experimenteren we met reflecterend asfalt. Het kabelnet voor openbare verlichting heeft een onderhoudsachterstand. We gaan deze achterstand de komende 20 jaar wegwerken door 18 km kabel per jaar te vervangen. In het kader van het nieuwe beleidsplan vervangen we steeds meer oude verlichting door LED verlichting in de stad.

Beleidsrealisatie: In het kader van het nieuwe beleidsplan vervangen we steeds verlichting door LED verlichting aan in de stad. We hebben op de volgende wegen LED verlichting aangebracht: Groenestraat, Jadestraat, Neerbosscheweg, St. Jacobslaan, in Hatert langs de busroute (huidige en voormalige) en de 33e straat in Tolhuis (klimaatstraat). Het gaat in totaal om 325 vervangingen.

Daarnaast hebben we 11 km kabelnet vervangen.

Financiële realisatie: We hadden te maken met 125 storingen van ons openbare verlichtingskabelnet. Dit is goed voor € 350.000 aan onkosten. In 2012 ging het om € 270.000 bij 125 storingen.

In totaal is voor € 3,9 miljoen besteed aan onderhoud en vervanging voor openbare verlichting in 2013.

Riolering

Beleidskader: Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2016. In 2009 heeft uw Raad dit beleidskader vastgesteld. Het accent ligt op planmatig onderhoud gericht op behoud van restlevensduur van ons rioolstelsel. Dit in tegenstelling tot het voorgaande rioleringsplan 2005-2009 waarin de nadruk lag op statistisch bepaalde investeringsbehoefte.

Beleidsrealisatie: Het GRP2010-2016 richt zich op behoud van restlevensduur van ons rioolstelsel, hetgeen wil zeggen dat we er voor zorgen dat het systeem gemiddeld niet veroudert. De indicator geeft in een percentage de positieve of negatieve ontwikkeling van de restlevensduur aan. De ontwikkeling dient meerjarig een stabiel niveau (=0%) te laten zien. De indicator is gebaseerd op de inspectiegegevens die de restlevensduur van de duizenden rioolstrengen aangeven.

Over het jaar 2013 hebben we een verbeterde methodiek toegepast voor bepaling van de restlevensduur. Deze methodiek is geïntegreerd in ons beheersysteem ‘Kikker’. Dit systeem wordt ook door veel andere gemeentes gebruikt, en zodoende wordt op termijn het ook mogelijk te vergelijken met trends in andere gemeentes. Volgens deze nieuwe methodiek bedroeg de restlevensduur aan het begin van 2013: 48,2 jaar, en aan het eind van 2013, op basis van de in 2013 uitgevoerde rioolinspecties: 48,7 jaar. Dat is ongeveer 0,5 jaar hoger dan begin 2013.

Ruim 95% van de Nijmeegse riolen is nu één maal geïnspecteerd. Als het gros van de riolen ten minste twee maal is geïnspecteerd, met meerdere jaren tijd tussen twee inspecties, wordt de veroudering van de riolen goed zichtbaar en kan de gemiddelde restlevensduur van de Nijmeegse riolering betrouwbaarder en nauwkeuriger bepaald worden. Tot die tijd zijn jaarlijkse door statistiek veroorzaakte variaties in de gemiddelde restlevensduur onvermijdelijk.

Voor de volledigheid:

- gemiddelde restlevensduur is bijna 50 jaar;

- gemiddelde ouderdom is circa 40 jaar;

dus: gemiddelde levensverwachting van onze riolen is momenteel bijna 90 jaar.

Financiële realisatie: Het beheer en onderhoud van ons rioolstelsel is begroot in het programma Groen & Water. In 2013 besteedden wij aan rioolstelsel en watersysteem circa €12 miljoen waarvan circa €3 miljoen voor investeringen.

Water

Beleidskader: Waterplan 2001. Doel is duurzaam omgaan met water en waterpartijen in de stad: schoonhouden van het stadswater, verbeteren van de (grond)waterkwaliteit, water zichtbaar maken in de openbare ruimte en verminderen van het waterverbruik. Het beleidskader is uitgewerkt in het actieplan 2005 met daarin een vertaling van de ambities. In het waterplan is een planning opgenomen van projecten die in de geplande periode uitgewerkt worden in deelplannen.

Beleidsrealisatie: Er is verder gewerkt aan overdracht vijvers aan Waterschap en aan analyse watersysteem Dukenburg.

Financiële realisatie: Het onderhoud van water en waterpartijen in de stad is begroot in het programma Groen & Water. In 2013 besteedden wij aan rioolstelsel en watersysteem circa € 12 miljoen waarvan circa € 3 miljoen voor vervangingsinvesteringen

Groen

Beleidskader: De Groene Draad (2007), Groene Allure Binnenstad (2007), Handboek Stadsbomen (2009), Groenaanpakplan Dukenburg (2010), Hoofdlijnennotitie Groenvisie Lindenholt (2012), Richtlijn Natuur Nijmegen (2004), Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing (2013), Natuurtoets en beheerkalender (2005), Beheervisie Heumensoord (2011).

Beleidsrealisatie: Wij besteedden ook in 2013 veel tijd aan de doorwerking van Handboek Stadsbomen en het beleidsplan 'De Groene Draad'. Daarnaast zijn we begonnen met de inhoudelijke uitwerking van de beleidsnota 'Geef ze de (openbare) ruimte'. Het vaststellen van het Marikenniveau is de volgende stap. Verder hebben we conform de plannen uitvoering gegeven aan het dagelijkse beheer en onderhoud van het groen in de stad. Hiervoor en voor de diverse gerealiseerde projecten verwijzen wij naar het programma Groen & Water en het programma Openbare Ruimte. Voor het onderhoud van de bomen en het bosplantsoen hebben we de technische norm leidend gehouden, vanwege de fysieke en sociale veiligheid. In 2013 hebben we de achterstand voor het onderhoud van de bomen weggewerkt. Voor het bosplantsoen zal dat in 2014 gebeuren.

Financiële realisatie: Het dagelijks onderhoud van het groen is begroot in het programma Openbare Ruimte. In 2013 besteedden wij € 6,2 miljoen.

In 2013 investeerden we circa €1,1 miljoen in groen vanuit ISV en Woonmilieuverbetering.

Deze website maakt gebruik van cookies om instellingen te onthouden en om de website beter op uw behoeften af te stemmen.