Programma Zorg & Welzijn

Omschrijving

Programma Zorg & Welzijn werkt aan een sociaal en prettig leefbaar Nijmegen waarin iedereen zich thuis kan voelen, mensen een beroep op elkaar kunnen doen en perspectief hebben. Een stad waar kinderen en jongeren zich optimaal kunnen ontwikkelen en ouderen en mensen met een beperking zo goed mogelijk zelfstandig kunnen wonen en leven. Naast deze basis voor iedereen, richten we ons in het programma sterk op goede zorg en opvang voor de kwetsbaarste mensen in de samenleving

Zorg & Welzijn is een breed en gevarieerd programma waarin we uitvoering geven aan de volledige Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo) plus de Wet op de publieke gezondheid. Het programma bevat zes producten: Welzijn, Jeugd, Diversiteit, Publieke gezondheid, Individuele voorzieningen Wmo en Maatschappelijke opvang.

Maatschappelijk effect

  • Inwoners van Nijmegen kunnen zo zelfstandig mogelijk wonen, leven en deelnemen aan de samenleving, uitgaand van zelfregie of met inzet van de sociale omgeving.
  • Jongeren benutten hun individuele mogelijkheden optimaal en ouders nemen hun verantwoordelijkheid.
  • Nijmegenaren zijn bereid om elkaar te helpen en mensen kunnen een beroep doen op hun sociale omgeving als ze hulp nodig hebben
  • De gezondheidsverschillen tussen mensen met hoge en lage opleiding nemen niet toe.
  • Inwoners met verschillende achtergronden voelen zich thuis in Nijmegen en participeren in de samenleving.
  • De tevredenheid van onze Wmo-cliënten over de verstrekking van individuele voorzieningen blijft ruim voldoende.
  • Sociaal kwetsbare mensen zijn onder dak en hebben weer perspectief; de maatschappelijke overlast die sommigen uit deze doelgroepen veroorzaken, vermindert.

Stimuleren participatie

Wat willen we bereiken

Alle inwoners van Nijmegen, mensen zonder en met beperkingen, leven zo zelfstandig mogelijk en participeren in de samenleving. Wij bevorderen de leefbaarheid en sociale samenhang in de stad en in de wijken.

We kiezen voor onderstaande indicator uit de Stads- en Wijkmonitor die is opgebouwd uit de volgende onderdelen: ik kan goed voor mezelf zorgen; ik kan alles goed aan; ik kan prima voor mezelf opkomen en ik krijg hulp van mensen uit mijn omgeving.

Wat hebben we bereikt

Nijmegen is in 2013 een sociale stad gebleven. De mate van zelfredzaamheid van Nijmegenaren was in dit jaar onverminderd hoog. Uit de stadspeiling blijkt dat 90% van de respondenten aangeeft goed voor zich zelf te kunnen zorgen. Bij de groepen 75+ers en lager opgeleide groepen zien we lagere scores. Naar stadsdeel zijn de verschillen gering. De helft van de Nijmegenaren doet een vorm van vrijwilligerswerk.

Ondanks de doorgevoerde hervormingen in het domein zorg & welzijn zien we dat Nijmegenaren onverminderd zelfredzaam zijn, het sociaal klimaat in de eigen buurt waarderen en zich willen inzetten als vrijwilliger, waarbij er een potentieel is van mensen die wel vrijwilligerswerk zouden willen doen als ze daarvoor gevraagd zouden worden. De cijfers uit de stadspeiling laten zien dat de sociale omgeving goed gewaardeerd wordt. Niettemin zijn er kwetsbare groepen die ondersteuning nodig hebben en houden.

In voorbereiding op de decentralisaties Jeugdzorg en AWBZ en de hervorming van de Wmo, hebben we in 2013 de basis gelegd voor de realisatie van een efficiënte en effectieve Basisinfrastructuur Welzijn, waarin de toegang naar zorg wordt gerealiseerd en waarop de nieuwe taken uit de decentralisaties kunnen worden aangehaakt. Deze basisinfrastructuur wordt vormgegeven door de vier grote welzijnsorganisaties.

Hiermee staat er een stevig fundament voor de zorg- en ondersteuningstaken die vanaf 2015 overkomen naar het gemeentelijke domein.

Indicatoren

Stimuleren participatieRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
1. Ik kan goed voor mezelf zorgen etc. nnb90%90%

Wat hebben we ervoor gedaan

Basisstructuur Welzijn: W4

Met de vier grote welzijnsinstellingen (NIM Maatschappelijk Werk, Tandem Welzijn , Swon het seniorennetwerk , Het Inter-Lokaal), verenigd in het samenwerkingsverband W4, hebben we gedurende het jaar 2013 gewerkt aan de versterking van het lokale welzijnsdomein onder de titel ‘Basisinfrastructuur welzijn’. De uitgangspunten voor multidisciplinaire samenwerking, uitvoeringsregie en contractering zijn vastgelegd in een nieuw welzijnsbestek, in een gezamenlijke werkopdracht voor 2014 en in een Raamovereenkomst waarin de W4 en de gemeente afspraken hebben vastgelegd over de onderlinge taakverdeling van het werk in domeinen, de taakstellende bezuinigingen en de werkwijze voor de komende periode 2014-2017.

De W4 gaan werken met domeinregisseurs die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeltaken binnen de genoemde domeinen; niet alleen voor de W4 zelf, maar ook in relatie tot overige partijen binnen Welzijn en Zorg. Dit houdt in dat de W4 binnen de Basisinfrastructuur Welzijn de uitvoeringsregie gaat voeren. Belangrijke ontwikkeltaken zijn de stadsbrede uitrol van de sociale wijkteams en de STIPs.

In 2013 hebben we de lopende activiteiten ter bevordering van de participatie van Nijmegenaren gecontinueerd. Het gaat dan met name om de ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorgers (Hulpdienst, coördinatiepunt Mantelzorg, Vrijwilligerscentrale, etc.), maatschappelijke dienstverlening (NIM, het Inter-lokaal), bewonersondersteuning, kinderhuiskamers, jongerenwerk (Tandem), de vier hobbywerkplaatsen, ouderenadvies en – activiteiten (Swon), belangenbehartiging (Kentering, WIG, Zelfregiecentrum) en de rechtswinkels. Bijna alle organisaties hebben te maken gehad met taakstellende bezuinigingen op de subsidies van veel activiteiten. In een actieve dialoog met de organisaties hebben we deze hervormingen doorgevoerd.

Het thema wonen en zorg kreeg in 2013 steeds meer aandacht. In Dukenburg zijn de eerste stappen door Standvast gezet door het eerste kleinschalig beschermd wonen project in Dukenburg te bouwen. Ook op andere locaties in de stad zijn de gevolgen van het scheiden van wonen en zorg merkbaar: voor Verpleeghuis Margriet, woonzorgcentrum Nieuw Doddendaal en de Vijverhof worden nieuwe plannen ontwikkeld.

Optimale kansen voor de jeugd

Wat willen we bereiken

Binnen deze hoofddoelstelling formuleren we de volgende doelstellingen:

  • wij willen dat jeugdigen zich optimaal kunnen ontwikkelen in hun vrije tijd;
  • Wij willen een positief opvoedklimaat creëren en ouders stimuleren maximale verantwoordelijkheid voor hun kinderen te nemen bij het opvoeden;
  • wij bieden eerste lijns hulp en ondersteuning aan jeugdigen van 0-23 jaar en hun gezinnen, die dat nodig hebben, zo licht mogelijk en zo dichtbij mogelijk, waarbij we ernaar streven de instroom in de tweede lijns zorg gerichter in te zetten;
  • wij bieden (risico)jongeren (12-23 jaar) perspectief op zinvolle activiteiten, opleiding of werk, waarbij de zelfredzaamheid van de jongeren voorop staat.

Wat hebben we bereikt

De transitie Jeugdzorg per 1 januari 2015 komt steeds dichterbij. In 2013 zijn belangrijke stappen gezet in de voorbereiding. Het integreren van de functies van het CJG in de wijknetwerken en sociale wijkteams is afgerond. 

Deze teams zullen de taken van het CJG opvangen in nauwe samenwerking met de vindplaatsen, zoals scholen en kinderopvang. Ook de basisvoorzieningen, zoals jeugdgezondheidszorg en (school)maatschappelijk werk hebben een belangrijke spilfunctie.

We hebben het beleidsplan 'Kracht door verbinding' opgesteld. Daarna hebben we een Transitiearrangement Jeugd afgesloten met alle relevante partijen die jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVB uitvoeren in de regio Nijmegen. Hierin zijn afspraken over zorgcontinuïteit en budgetgaranties gemaakt. Het resultaat is dat alle betrokken instellingen de uitgangspunten uit het beleidsplan 'Kracht door verbinding' onderschrijven, de voorstellen van de regio accepteren en daarbij de uitnodiging van de regio oppakken om gezamenlijk met concrete uitwerkingen te komen.

Kernwoorden hierbij zijn:

- intersectoraal gebiedsgericht samenwerken (in de wijk);

- ondersteuning en hulp dichtbij en zo licht mogelijk inzetten, beschikbaarheid in hulplijnen;

- wanneer zwaardere hulp toch nodig is, wordt dit zo efficiënt en kort mogelijk gedaan.

Dit arrangement is door het Rijk als zeer goed beoordeelt in de categorie 1 (afspraken gemaakt om de zorgcontinuïteit te waarborgen).

Eind 2013 hebben we de eerste hand gelegd aan proefbestekken voor de verschillenden onderdelen van de transitie jeugdzorg. Het experiment Jeugdzorg DICHTBIJ is verlengd en blijft positief stemmen: in tegenstelling tot een jarenlange autonome stijging is sinds de start van het experiment sprake van stabilisatie van het beroep op jeugdzorg. In 2013 zijn ruim 200 aanmeldingen gedaan voor indicatievrije ambulante jeugdhulp. Dit is ongeveer de helft. We gaan door in 2014, dus we zijn op de goede weg om in 2015 volledig indicatievrij te gaan werken in de ambulante hulp.

We hebben het werkdocument Gedwongen Kader opgeleverd, waarin concrete voorstellen zijn gedaan voor de inrichting van jeugdbescherming, jeugdreclassering en de aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld.

Naast alle voorbereidingen voor de transities is ook de aansluiting op Passend Onderwijs met het onderwijsveld uitgewerkt. De nieuwe uitgangspunten voor het jongerenwerk en het preventief jeugdbeleid sluiten aan bij de actuele ontwikkelingen.

Indicatoren

Optimale kansen voor de jeugdRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
2.1 Jeugdigen dat zich probleemrijk vindt 111111
2.2 Ouders dat aangeeft behoefte te hebben aan opvoedsteun 999

Wat hebben we ervoor gedaan

Transitie Jeugdzorg & Awbz

In 2013 is de beleidsnota Kracht door verbinding vastgesteld, die de uitgangspunten van de negen gemeenten in de regio Nijmegen op de transitie van de Jeugdzorg en de Awbz weergeeft. Er is een transitie-arrangement vastgesteld en in overleg met belangrijke nieuwe partners een uitwerking voor de onderdelen jeugdbescherming, jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg en de aansluiting van het Algemeen Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. We hebben een start gemaakt met proeftuinen die voorzien in specialistische hulplijnen in de wijken, een regionaal specialistische hulplijn en de herinrichting van de jeugdbescherming, jeugdreclassering en de aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld.


Jeugdigen ontwikkelen zich optimaal

• Het vrijwillig jeugdwerk (scouting, bouwdorpen), het jongerenwerk en de jongerencentra hebben volop gedraaid en hebben een sterke signaleringsfunctie. Bovenal vormen zij een netwerk voor jongeren.

• We hebben met het jongerenwerk een uitvoeringsnotitie jongerenwerk opgesteld, jongerenwerk gaat zich meer richten op de jongere leeftijdsgroepen, meiden en kwetsbare jongeren. Ook wordt jongerenwerk flexibeler en minder accommodatiegebonden. Er hebben al meer jongerenactiviteiten in reguliere accommodaties als wijkcentra plaatsgevonden.

• In 2013 is Jongerenwerk Dukenburg gestart. Één uitvoeringsorganisatie in Dukenburg, waarbij de betrokken instellingen JC Staddijk, Tandem en het Inter‐Lokaal, samenwerken in een afgestemde en integrale aanpak voor ambulant en accommodatiegebonden jongerenwerk.

Ouders nemen hun verantwoordelijkheid

• In een uitvoeringsnotitie is het preventief jeugdbeleid herijkt als onderdeel van de brede Wmo. De rollen van de instellingen, JGZ en het onderwijs worden hierin beschreven volgens de principes van de kanteling.

• We hebben informatie- en advies voor opvoeders gegeven via het virtueel CJG (website) en via de jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk op de vindplaatsen.

• We continueren het werken met sociale netwerkstrategieën en dragen dit breed uit

• We hebben concrete laagdrempelige opvoedondersteuning ingezet. De primaire partners GGD, NIM en Tandem werken samen via één programma voor opvoedondersteuning. Zij hebben zich meer gericht op methodieken die de zelfredzaamheid van het gezin versterken.

Dekkende zorgstructuur voor 0-23 jarigen

• We hebben het werken met zorgadviesteams (ZAT’s) voor de 0-4 jarigen, het primair onderwijs en voortgezet onderwijs gecontinueerd. In Dukenburg is de eerste pilot met schoolinterne ondersteuningsteams gestart met de jeugdarts en (school)maatschappelijk werker als vaste deelnemers en eind 2013 geëvalueerd. Het ZAT Dukenburg is hiermee afgeschaft.

• In 2013 startte het jeugdFACT als multidisciplinair team voor zorg en hulp aan jongeren met ernstige problemen als psychiatrische ziekten, dakloosheid en verslaving. Een solide preventief jeugdbeleid blijft onze basis om het aantal jeugdigen en gezinnen met problemen zo beperkt mogelijk te houden.

• De zorgstructuur voor 0 tot 4 heet Kijk op Kleintjes. De zorgcoördinatie is 2013 overgegaan van KION naar de GGD, waarmee wij tegemoet komen aan de wens van de andere kinderopvangorganisatie om de zorgcoördinatie bij een onafhankelijke organisatie onder te brengen; de GGD heeft op basis van haar handhavingstaak veel kennis van de kinderopvang in Nijmegen.

• We hebben schoolmaatschappelijk werk voor de scholen voor primair en voortgezet onderwijs gecontinueerd.

• Vanwege de oververtegenwoordiging van allochtone jongeren in de zware vormen van jeugdzorg, zetten we in op het verbeteren van de toegankelijkheid van preventieve jeugdvoorzieningen voor allochtone ouders. Ook is in 2013 een subsidie toegekend aan Nijmegen, Rotterdam, Gouda en Ede uit het Europees Integratie Fonds. Deze subsidie zetten we in voor het verbeteren van de toegang en participatie van migrantenjeugd met ggz/lvb-problematiek in de lokale jeugd-ggz.

• De ontwikkelingen rondom de invoering van Passend Onderwijs worden maximaal aangesloten op en inpast in onze visie op de transitie van de Jeugdzorg. Ook wordt gewerkt aan de aansluiting op passende kinderopvang.

• Door een europese subsidie (EIF) kunnen we de inzet van GGZ dichtbij, in de wijken, ook in 2013 en verder voortzetten.

Risicojeugdigen hebben perspectief

• We hebben het ambulant jongerenwerk gecontinueerd en een goede aansluiting met het onderwijs, de netwerken in de wijken en het Veiligheidshuis gerealiseerd om de overlast van jeugdigen op straat terug te dringen.

We hebben de hulp en begeleiding aan risicojongeren in R75 en het  project ‘Op Jezelf’ in Dukenburg en Lindenholt gecontinueerd. De aanpak voor tienermoeders wordt nu vanuit de regionale sociale agenda bekostigd om een regionale integrale werkwijze te ontwikkelen.

• In de regio wordt gewerkt aan een voorstel voor waakvlambegeleiding voor (risico)jongeren met als doel uitval uit het onderwijs en instroom in de jeugdzorg te voorkomen.

Onderzoeksopdracht Onderwijs en Ondersteuning Jeugd

Als vervolg op de perspectiefnota 2014 is het afgelopen jaar gewerkt aan de Onderzoeksopdracht Onderwijs en Ondersteuning Jeugd, met een indicatieve financiële taakstelling van € 3.585.000. De onderzoeksopdracht brengt vooruitlopend op de decentralisatie van de Jeugdzorg en AWBZ en de invoering van Passend Onderwijs de keuzemogelijkheden (scenario’s) in beeld om de functies effectiever te benutten en efficiënter in te richten.

Bevorderen gezondheid

Wat hebben we bereikt

Uit de evaluatie van het gezondheidsbeleid 2009-2012 kwam naar voren dat in Nijmegen een breed netwerk is ontstaan rondom gezondheid en 6 van de 10 beleidsdoelstellingen zijn bereikt. Op diverse onderdelen zijn belangrijke en goede stappen gezet. Daarom hebben wij in 2013 besloten om het gezondheidsbeleid te continueren door het vaststellen van de nota “Samen gezond verder 2013-2016”. Op 1-7-2013 is de GGD Regio Nijmegen samengegaan met de GGD Regio Rivierenland en is er één GGD Gelderland-Zuid ontstaan. Hiermee voldoet de GGD aan de wettelijke eis om territoriaal congruent te zijn aan de Veiligheidsregio. Daarnaast heeft de GGD uitvoering gegeven aan de wettelijke taken, zoals infectieziekten-bestrijding en, jeugdgezondheidszorg.

Indicatoren

Bevorderen gezondheidRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
3.1 Volwassen inwoners dat zich gezond voelt (hoge opl. vs lage opl.)89% - 67%88%-64%89% - 59%
3.2 Jeugdigen met overgewicht14,7%13%13,1%

In 2013 is het percentage volwassen dat zich gezond voelt gemiddeld 80%  (stadspeiling 2013). De verschillen tussen hoger en lager opgeleiden is iets groter geworden. Dit is ook een landelijke tendens. Uit de EMOVO cijfers blijkt dat het alcoholgebruik onder jongeren 13/14 jarigen in de afgelopen 4 jaar is gedaald van 23% naar 14%. In het schooljaar 2012-2013 heeft 13,1% van de jeugdigen overgewicht, waarvan 2,8% met obesitas. Het overgewicht bij 5-jarigen was in het schooljaar 10,7%, bij de 10-11 jarigen 15,5% en bij de 13-14 jarigen 13,3%.

Wat hebben we ervoor gedaan

Met het vaststellen van het gezondheidsbeleid “Samen gezond verder 2013-2016” continueren wij de uitvoering van het beleid op de belangrijkste prioriteiten en hebben wij op enkele onderdelen de uitvoering versterkt.

  • Zo heeft door middel van de regeling buurtsportcoach van het Rijk en cofinanciering van Sportservice Nijmegen, GGD Gelderland-Zuid, Interlokaal en de Coöperatie VGZ de inzet van de gezondheidsmakelaars in de aandachtswijken een vervolg gekregen en is er een uitbreiding gekomen naar de wijk Willemskwartier en op de thema’s jeugd en senioren. De gezondheidsmakelaars hebben zich in de aandachtswijken in gezet op het stimuleren, ondersteunen, initiëren en organiseren van activiteiten om een gezonde leefstijl te bevorderen. Daarbij is ook de samenwerking gezocht en gevonden met de sociale wijkteams.
  • Zowel primair als voortgezet onderwijs als het ROC zijn afgelopen jaar op verschillende manieren bezig geweest met het realiseren van een gezonde schoolomgeving. Op diverse scholen is gebruikt gemaakt van beweeggames en het Europese programma om fruit eten te stimuleren. Scholen hebben meegedaan aan scoren voor gezondheid en Sportieve gezonde school XL. De scholen zijn daarin onder andere ondersteund door de GGD Gelderland-Zuid. Vanaf 2013 kan de GGD Gelderland-Zuid extra aandacht besteden aan de leeftijdsgroep 12-18 jaar door het landelijk invoeren van een extra contactmoment voor deze groep. In opdracht van de gemeenten zal dit extra contactmoment bestaan uit individuele contacten in dien dit nodig is en gevraagd wordt, maar zal er ook inzet zijn voor preventieve activiteiten en ziekteverzuim.
  • De samenwerking met coöperatie VGZ heeft geresulteerd in afspraken over beweegprogramma’s voor kinderen in Lindenholt, Nijmegen-West en Hatert. Tevens zijn er afspraken over beweegprogramma voor volwassen in Lindenholt en Hatert. In 2014 wordt hiermee gestart.
  • Door coöperatie VGZ en de CiHN/OCE is het aantal praktijkondersteuners GGZ (POH GGZ) bij huisartspraktijken uitgebreid. Via Indigo is in een aantal wijken ook ingezet op preventief aanbod voor mentale gezondheid, onder andere onder jonge allochtonen mantelzorgers en pesten op school.
  • Besloten is om het alcoholmatigingsproject Durf Nu te continueren. Er zijn weer HALT afdoeningen en voorlichtingsbijeenkomsten organiseert en is er weer aandacht geweest voor alcoholgebruik tijdens de vierdaagsfeesten. In verband met de nieuwe drank en horecawet is er veel inzet geweest op het regionaal organiseren van het handhaven van de leeftijdsgrens van alcoholverstrekkingen is het vaststellen van een verordening voor de paracommercie. Per 1-1-2014 is de leeftijdsgrens voor het schenken van alcohol verhoogd naar 18 jaar.

Gelijke kansen voor iedereen

Wat hebben we bereikt

Een inclusieve samenleving geeft ruimte aan verscheidenheid en zorgt er voor dat iedereen mee kan doen: oud en jong, allochtoon en autochtoon, mensen met en zonder beperking etc.

Succesvolle activiteiten van het afgebouwde Antillianenbeleid zijn onderdeel geworden van reguliere (nieuwe) voorzieningen zoals het jeugd-FACT. Ook is een kenniskring opgezet. Diverse instellingen (zoals het Inter-Lokaal, Vluchtelingenwerk, IVC, Intercity en de Whaa), die werken aan het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid van vluchtelingen, migranten en andere kwetsbare burgers hebben gezamenlijk ca. 4000 burgers bereikt met hun dienstverlening. De instellingen in de stad werken merkbaar meer samen waardoor het aanbod efficiënter wordt ingezet.

In 2013 zijn goede resultaten bereikt rond het thema seksuele diversiteit. De Wmo uitvoeringsnotitie seksuele diversiteit is afgerond en de acties hieruit in gang gezet.

De achterstand in de huisvestingstaakstelling voor vluchtelingen (vergunninghouders) hebben we in samenwerking met diverse partijen in de stad (woningcorporaties, COA, Vluchtelingenwerk) weggewerkt. In 2013 zijn 136 vluchtelingen die in Nijmegen zijn gehuisvest en krijgen maatschappelijke begeleiding gericht op zelfredzaamheid.

Indicatoren

Gelijke kansen voor iedereenRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
4.1 % Niet-westerse allochtonen dat meer contacten zou willen hebben37%25%29%

Wat hebben we ervoor gedaan

• Ter bevordering van de zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare burgers hebben wij in 2013 subsidies verleend aan Het Inter-lokaal, het IVC, Stichting Intercity en Vluchtelingenwerk Oost Nederland. Dit ten behoeve van open spreekuren (sociaal-juridische dienstverlening), trainingen, cursussen, taalles, outreachend aanbod (b.v. huisbezoeken), jongerenactiviteiten, begeleiding etc.). Wij hebben in 2013 gestuurd op een intensieve samenwerking tussen het IVC en Intercity, met als doel een gedifferentieerd taalondersteuningsaanbod in de stad dat aansluit op de behoefte van de doelgroep. Dit heeft geleid tot een fusie van IVC en Intercity per 1 januari 2014. IVC en Intercity hebben in 2013 samen rond de 600 mensen bereikt met hun trajecten.

• De dienstverlening en interculturele werkwijze van het Interlokaal maakt vanaf 2014 onderdeel uit van de STIP's en een bredere samenwerking in de W4. Waardoor deze werkwijze in het welzijnsdomein verankerd wordt.

• In 2013 hebben we de werkwijze, die wij in 2011 hebben aangepast om de knelpunten in de huisvestingstaakstelling van vergunninghouders op te lossen, voortgezet.

• Vanuit het coalitieakkoord hebben we de opdracht om zelforganisaties te ondersteunen door middel van subsidies met een tijdelijk karakter. In 2013 hebben 19 allochtone zelforganisaties subsidie ontvangen. Vijf hiervan zijn zelforganisaties van relatieve nieuwkomers (van met name Afrikanen). Naast zelforganisaties hebben 12 internationale vrouwengroepen (ondersteund door Tandem) voor het laatste jaar subsidie ontvangen. Vanaf 2014 gaan deze groepen zelfstandig verder, een deel sluit zich aan bij de OKC's in de wijken.

• Er zijn diverse seksuele diversiteit projecten ondersteund zoals Roze woensdag, het Lesbisch archief en stichting Dito.

• Met als doel gelijke kansen te waarborgen en discriminatie tegen te gaan, hebben wij in 2013 beleidsadvies en ondersteuning bij het Bureau Gelijke Behandeling Gelderland-Zuid 'Ieder1Gelijk' ingekocht.

Zelfstandig wonen en leven

Wat hebben we bereikt

  • Klanten hebben in het klantonderzoek van SGBO, dat in het najaar van 2013 de gemeenteraad is toegezonden, een 7,5 gegeven op het onderdeel 'totale tevredenheid met de Wmo-voorziening'. Dit is een verbetering van het cijfer van vorig jaar en dat terwijl we op het product Individuele Voorzieningen Wmo de laatste jaren actief hebben gestuurd op kostenreductie: in 2012 zijn bezuinigingen op de Wmo doorgevoerd, we zien in 2013 een lichte afname van het aantal aanvragen Huishoudelijke Hulp en we hebben een nieuw en goedkoper contract Huishoudelijke Hulp afgesloten in 2013. Met andere woorden: we hebben minder uitgegeven en klanten zijn meer tevreden;
  • In hetzelfde klantonderzoek van SGBO geeft 85% van de ondervraagden aan dat het hulpmiddel bijdraagt aan het zelfstandig blijven wonen. Ook dit betreft een verbetering van het percentage ten opzichte van vorig jaar. De voorzieningen die wij verstrekken dragen dus daadwerkelijk bij aan zelfstandig wonen en maatschappelijke participatie;
  • We hebben een succesvolle regionale aanbesteding Huishoudelijke Hulp doorlopen. De uitkomst is een hele mooie: we hebben kunnen voorkomen dat een grote groep thuiszorghulpen op straat is komen te staan, we hebben goede kwaliteitsafspraken gemaakt met de nieuwe aanbieders en dat alles tegen lagere tarieven. De eerste 'poetsresultaten' zijn ook positief;
  • We hebben een nieuwe gekantelde verordening en gekantelde beleidsregels vastgesteld. De verordening bestaat uit 36 in plaats van 83 pagina's teneinde professionals zoveel mogelijk in staat te stellen maatwerk te leveren. We focussen meer op samenredzaamheid, op een resultaatgerichte benadering, op een aanmelding in plaats van een aanvraag en we gaan een pilot doen met Trekkingsrecht via de SVB. Ook de nieuwe regelgeving biedt dus alle mogelijkheden om gewoon te doen wat nodig is;
  • De dienstverlening vanuit de afdeling Zorg is dit jaar nog verder geprofessionaliseerd: de telefonische bereikbaarheid is verbeterd, aanvraagformulieren en beschikkingen zijn vereenvoudigd, we bellen drie maanden na levering van een hulpmiddel om te vragen of de klant tevreden is en het aantal klachten en bezwaarschriften is fors afgenomen.

Indicatoren

Zelfstandig wonen en levenRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
5.1 Hulpmiddel draagt bij aan zelfstandig kunnen wonen 86%85%Nnb

Wat hebben we ervoor gedaan

  • In 2013 zijn in totaal 3.594 aanvragen ingediend voor een individuele Wmo-voorziening;
  • In 2013 zijn er in totaal 6.802 individuele Wmo-voorzieningen verstrekt;
  • In totaal hadden we op 31 december 2013 19.212 individuele Wmo-voorzieningen uitstaan;
  • In 2013 hebben we in totaal 503.635 uren Huishoudelijke Hulp verstrekt (betreft een schatting op basis van een extrapolatie van de cijfers tot en met oktober 2013);
  • We hebben in 2013 een lichte daling van het aantal aanvragen geconstateerd;
  • Het aantal klanten dat gebruik maakt van huishoudelijke hulp blijft redelijk stabiel;
  • Het aantal uitstaande rolstoelen blijft dalen;
  • We hebben een succesvolle regionale aanbesteding Huishoudelijke Hulp doorlopen. Daarnaast zijn we gestart met de aanbesteding van de hulpmiddelen en van de trapliften. In 2014 zullen beide aanbestedingen leiden tot contracten met aanbieders. We verwachten op deze onderdelen, net als bij de Huishoudelijke Hulp, goede kwaliteitsafspraken en prijsvoordeel;
  • We hebben de dienstverlening van de afdeling Zorg verder geprofessionaliseerd. Er is gewerkt aan het verbeteren van de telefonische bereikbaarheid, we zijn begonnen met het nabellen, we hebben formulieren en beschikkingen vereenvoudigden en we passen pre-mediation toe wat onder andere de reden is van het feit dat het aantal klachten en bezwaarschriften fors is afgenomen.
  • Er is een nieuwe gekantelde verordening en gekantelde beleidsregels vastgesteld. In omvang is dit pakket aan lokale regelgeving fors afgenomen ten opzichte van de vorige verordening en beleidsregels. Daarnaast is de Kanteling nog explicieter verwerkt in de nieuwe regels.

Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren

Wat willen we bereiken

Voor de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wmo hebben wij de volgende doelstellingen geformuleerd :

  • Het terugdringen van het aantal dak- en thuislozen.
  • Het bieden van beter aansluitende zorg voor de meest kwetsbare mensen zoals multiprobleemhuishoudens, slachtoffers van huiselijk geweld en dak- en thuislozen.
  • Het consolideren en waar mogelijk terugdringen van de maatschappelijke overlast veroorzaakt door dak- en thuislozen.

In het Wmo-beleidsplan vormen de openbare geestelijke gezondheidszorg, de maatschappelijke en vrouwenopvang en de verslavingspreventie het bovenwijks vangnet voor de groep mensen met zulke complexe problematiek dat deze niet in de eigen omgeving en met inzet van het eigen netwerk op te lossen is. De omvang van deze groep is ongeveer 1% van de bevolking.

De doelstellingen en activiteiten op het gebied van maatschappelijke opvang dragen bij aan de speerpunten op het gebied van integrale veiligheid. Vanuit maatschappelijke opvang bieden we opvang, begeleiding en nazorg voor ex-gedetineerden. We financieren het steunpunt huiselijk geweld, de opvang voor daders en zorg aan slachtoffers van huiselijk geweld. Door overlast door een deel van de doelgroep dak- en thuislozen terug te dringen, dragen we bij aan het gevoel van veiligheid van Nijmegenaren.

Indicatoren

Zorg en opvang voor sociaal kwetsbarenRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
6.1 Aantal dak- en thuislozen in traject (Sam en Hulsen)51190%449
6.2 Burgers die vinden dat overlast van zwervers/daklozen vaak voorkomt in de woonbuurt3%3%3%

Om een indruk te geven van het bereik van deze doelstellingen hebben wij gekozen voor de volgende indicatoren. Het aantal dak- en thuislozen dat een hulpverleningstraject wordt aangeboden. Een traject hebben wij hierbij gedefinieerd als opname in de crisisopvang, begeleid wonen, de kortdurende opvang van de Hulsen en de crisisplaatsen en plaatsen wonen met begeleiding voor dag & nacht in de zwerfjongerenopvang. Bron van de gegevens vormt de jaarverslaglegging van IrisZorg. Daarnaast hebben wij er voor gekozen om als indicator te gebruiken het percentage, dat vindt dat overlast van zwervers/daklozen vaak voorkomt in de woonbuurt. Bron hiervoor is de landelijke integrale veiligheidsmonitor (IVM) die wij elke twee jaar uitvoeren.

Het aantal trajecten is lager dan in 2012. De verschillen zitten vooral in de crisisopvang en de zwerfjongerenopvang. In de crisisopvang is de verblijfsduur langer doordat cliënten minder snel een geschikte woning of kamer vinden. De situatie in de woningsector is hiervan de oorzaak. Doordat cliënten langer in de opvang blijven, kunnen er in totaal minder mensen opgevangen worden. In de zwerfjongerenopvang leidt de vernieuwing en verbetering in de werkwijze ertoe dat meer jongeren hun traject afmaken. Daardoor neemt de verblijfsduur toe en stromen op jaarbasis minder jongeren in en uit.

TODO: Navigatie

Wat heeft het gekost

Zorg & WelzijnBegroting primitiefBegroting dynamischRekening 2013 Verschil Bdyn - rek
* € 1.000,-
Financiële lasten per product
Welzijn13.47714.14413.964180
Publieke Gezondheid6.2656.5996.54357
Jeugd4.8424.8734.83537
Diversiteit1.7221.7951.71480
Individuele voorzieningen WMO26.27623.89922.7091.190
Maatschappelijke opvang14.04314.17814.066112
Totaal lasten per product66.62565.48763.8321.656
Financiële baten per product
Welzijn-425-703-538-165
Publieke Gezondheid-138-218-2180
Jeugd-622-600-568-32
Diversiteit-125-162-1620
Individuele voorzieningen WMO-2.140-3.315-3.261-54
Maatschappelijke opvang-995-1.069-1.054-15
Totaal baten per product-4.445-6.068-5.802-267
Totaal Zorg & Welzijn62.18059.41958.0301.389

Toelichting financiën

Het programma Zorg & Welzijn sluit het jaar 2013 af met een positief resultaat van € 1.389.000. Uitgedrukt als percentage van de begroting komt dit neer op een afwijking van 2,3%. Het resultaat is het saldo van een voordeel op de lasten van € 1.656.000 en een nadeel op de baten van € 267.000.

Het positieve resultaat op het programma lichten we hieronder toe.

Toelichting op de lasten

De lasten op het programma zijn € 1.656.000 lager uitgevallen dan begroot. Dit voordeel is veroorzaakt door:

  • vooruitlopend op verdergaande bezuinigingen zijn we, net als voorgaande jaren, terughoudend geweest bij het verlenen van subsidies en het aangaan van nieuwe subsidierelaties. Dit levert op de diverse producten binnen het programma een voordeel op van € 77.000 (0,3% van het subsidiebudget).
  • ook dit jaar zijn er subsidiegelden terugontvangen doordat subsidies die betrekking hebben op het voorgaande jaar definitief lager zijn vastgesteld; deze terugvorderingen leveren een voordeel op van € 21.000.
  • Niet ingezette overheidsmiddelen van het Rijk of de provincie met een meerjarig bestedingsdoel, leveren door een wijziging van de geplande inzet een voordeel op van € 223.000. Dit heeft een tegengesteld resultaat op batenniveau.
  • bij het product individuele voorzieningen hebben we te maken met een onderschrijding van de lasten van € 1.190.000. De afgelopen jaren zagen we stijgende kosten die we konden verklaren door de vergrijzing en de extramuralisering van de zorg. Aan het einde van 2012 hebben we geconstateerd dat de kosten voor de individuele voorzieningen waren gestabiliseerd. In 2013 laten de kosten voor alle individuele voorzieningen echter een daling zien. Sinds vorig jaar werken we gekanteld via keukentafelgesprekken in de sociale wijkteams. We nemen in het gesprek nadrukkelijk mee wat de mogelijkheden zijn om het probleem te verhelpen met behulp van het eigen netwerk. Hierdoor leidt een aanvraag niet altijd tot een verstrekking. Daarnaast leidt de lagere uurprijs als gevolg van de regionale aanbesteding huishoudelijke hulp, tot het genoemde voordeel op de lasten. Per voorziening zien we de volgende resultaten:
  • Bij huishoudelijke hulp inclusief PGB € 505.000.
  • Bij rolstoelen € 101.000.
  • Bij de woningaanpassingen € 248.000.
  • Bij de vervoersvoorzieningen € 319.000.
  • Overige kosten laten een onderschrijding zien van € 17.000.
  • Overige afwijkingen op het programma leveren per saldo een voordeel op van € 145.000. Dit bedrag is een optelsom van diverse voordelen bij de diverse producten binnen het programma.

Toelichting op de baten

De baten op het programma zijn € 267.000 lager uitgevallen dan begroot. Dit nadeel is veroorzaakt door:

  • vanwege niet ingezette overheidsmiddelen van het Rijk of de provincie met een meerjarig bestedingsdoel is er minder aan de daarvoor bestemde ‘ voorzieningen’ onttrokken. Dit levert een nadeel op van € 223.000. Dit heeft een tegengesteld resultaat op lastenniveau.
  • een lagere ontvangst van de eigen bijdrage individuele voorzieningen die het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voor de gemeente int. Dit nadeel bedraagt € 60.000.
  • voor de voorziening Medische Heroïnebehandeling hebben we van het Rijk een hogere bijdrage van € 11.000 ontvangen.
  • overige afwijkingen leveren per saldo een voordeel van € 5.000.

Begrotingsrechtmatigheid

Niet van toepassing.

Begrotingswijzigingen van primitief naar dynamisch

1051 Zorg & Welzijn
 bedragen * € 1.000-
Besluit niveauBesluit datumagenda puntBatenLastenSaldo
Primitief-4.44566.62562.180
Wijzigingen-1.623-1.138-2.761
BW-01238 Noodvoorziening uitgeprocedeerden 2013 Raad30 jan '133/20138585
BW-01262 Perspectiefnota 2014Raad12 jun '1371/2013-900-100-1.000
BW-01263 Voorjaarsnota 2013Raad26 jun '1390/2013-49206157
BW-01264 Voorjaarsnota 2013 kapitaallastenRaad26 jun '1390/2013-3-3
BW-01265 Voorjaarsnota 2013 technische wijzigingenRaad26 jun '1390/2013-1651650
BW-01269 Inv. contactmoment adol.Jeugdgezdh.zorg Raad15 mei '1380/2013130130
BW-01279 Subsidie Futsal Chabbab 2013-2014College18 jun '133.1900
BW-01280 Rijksmiddelen DU Vrouwenopvang Raad18 sep '13112/2013104104
BW-01282 Uitv. Gezdh.beleid 13-16 /inv. buurtsportcoachesRaad18 sep '13113/2013154154
BW-01283 Aanjaagteam VSV op het ROCCollege25 jun '133.1600
BW-01284 Vrtgang Transitie Wmo, Jeugdzorg en AWBZ Begl.Raad18 sep '13110/2013-308559251
BW-01287 2e tranche progr.Stad en Regio 2012-2015Raad18 sep '13124/2013-1301300
BW-01288 Najaarsnota 2013Raad20 nov '13143/2013-355-2.285-2.640
BW-01289 Najaarsnota 2013 technische wijzigingenRaad20 nov '13143/2013283-2830
BW-01308 subsidiëring thuisbegeleiding 2013 en 2014College17 dec '133.1800
Totaal 1051 Zorg & Welzijn   -6.06865.48759.419

Risico's

Voor het programma Zorg en Welzijn zijn de volgende risico’s benoemd en geregistreerd in het risicomanagementprogramma NARIS:

  • Decentralisatie van de Awbz en jeugdzorg. Deze decentralisaties gaan gepaard met kortingen van 15% (jeugdzorg) en 25% (Awbz) op de te ontvangen Rijksbijdragen. Voor de verschillende transitieopgaven in het sociaal domein moet het Rijk nog verdeelmodellen ontwikkelen. Daarnaast zullen de decentralisaties leiden tot een hoger beroep op de individuele voorzieningen.
  • De voorzieningen maatschappelijke opvang zitten vol. Mogelijk gevolg: meer overlast op straat en/of gevoel van onveiligheid en hogere kosten door uitbreiding van de opvangcapaciteit.
  • Effecten regeerakkoord 2013 Bruggen slaan op het programma Zorg en Welzijn. Het regeerakkoord heeft grote financiële effecten voor de gemeente en maatschappelijke effecten voor de samenleving. Voorbeelden hiervan zijn: het scheiden van wonen en zorg, het ambulantiseren van de GGZ, het korten van de Rijksbijdragen voor de huishoudelijke hulp met 40% en het korten van de toekomstige Rijksbijdragen voor Awbz en jeugdzorg (decentralisaties).

In NARIS wordt uitvoerig ingegaan op de bovengenoemde risicomeldingen.


Deze website maakt gebruik van cookies om instellingen te onthouden en om de website beter op uw behoeften af te stemmen.