Programma Groen & Water

Omschrijving

In ons Programma Groen & Water staan de kwaliteit, de spreiding over de stad en de toegankelijkheid van het groen (inclusief waterpartijen) centraal. Groen heeft grote betekenis voor de leefkwaliteit en gezondheid en is van essentieel belang voor de aantrekkelijkheid van Nijmegen, zeker ook voor kennisbedrijven en -werkers.

Samen met een goed uitgevoerd integraal waterbeheer verbeteren wij de leefomgeving en beschermen wij de volksgezondheid.

Met het Programma Openbare Ruimte bestaat een nauwe relatie. In dat programma is het beheer van onze parken en overig openbaar groen, waterpartijen en recreatieve verbindingen opgenomen.

Ons Programma Groen & Water kent een sterke relatie met het Programma Klimaat & Energie, vooral op de onderwerpen duurzame stedelijke ontwikkeling, klimaatsverandering en het beheer van de ondergrond.

Ook in 2013 zetten we expliciet en vooral in op de verbetering van de spreiding van het areaal openbare groen over de stad, mede in het kader van duurzame stedelijke ontwikkeling (Duurzaamheidsagenda spoor 5). We zoeken hiervoor de samenwerking met de Programma’s Grondbeleid en Ruimte & Cultuurhistorie. Verder willen we de relatie tussen leefbaarheid-gezondheid-groen en water explicieter maken.

We gaan door met uitvoering van het Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2016 en geven we vervolg aan de Actualisatie (2011) van het Waterplan 2001. De investeringen binnen ons Integraal Waterbeheer stemmen we nauwlettend af met vooral de Programma’s Mobiliteit, Ruimte & Bouwen en Openbare Ruimte; bij de selectie en uitvoering van projecten houden we nadrukkelijk rekening met bereikbaarheid en verkeersdoorstroming. Ook houdt onze integrale programmering van investeringen terdege rekening met projecten van derden, zoals de woningbouwcorporaties. Onze investeringen vanuit ISV en Woonmilieuverbetering spelen hierbij een belangrijke rol.

Maatschappelijk effect

We willen met voldoende, goed over de stad verspreide en goed toegankelijke groenstructuren van hoge kwaliteit en goed beleefbare waterpartijen werken aan een duurzame en gezonde stad, aantrekkelijk voor wonen, werken en recreëren.

Zodoende willen wij ook vanuit dit programma eraan bijdragen dat Nijmegen zijn landschappelijk unieke ligging op de stuwwal en aan de Waal optimaal benut.

Wij willen zoveel mogelijk aanhaken op initiatieven vanuit de stad en zoveel mogelijk stimuleren dat (groepen) burgers zich verantwoordelijk stellen voor inrichting en beheer van groen.

Met ons rioolbeheer, dat gericht is op duurzame instandhouding van ons rioolstelsel, willen wij bijdragen aan de gezondheid van onze burgers. Ons rioolbeheer stemmen wij bovendien nauwlettend af op ontwikkelingen in onze overige programma’s en op ontwikkelingen in de stad, zoals reconstructies van buurten, opdat het rendement van onze investeringen in het rioolstelsel optimaal samenlopen met overige investeringen in onze stad.

Versterken groene en blauwe allure

Wat willen we bereiken

Wij versterken de groene en blauwe allure van Nijmegen en betrekken de burgers hierbij.

Met ons Programma Groen & Water streven we er naar dat de bewoners en bedrijven optimaal en duurzaam kunnen profiteren van de unieke landschappelijke en natuurlijke gegevenheden en de historisch gegroeide groenstructuur (waartoe we ook de stadswateren rekenen); dat impliceert dat de zorg voor het openbare groen en water niet alleen een zaak en belang van de gemeente kan zijn.

We richten ons in 2013 op de volgende speerpunten:

  1. We streven naar een betere verdeling van het groen over de stad, waarbij we ook kijken naar de kwaliteit en de beleefbaarheid van het groen en water.
  2. We streven naar duurzame ontwikkeling van onze stad, zowel door inpassing van groen en water bij ruimtelijke projecten als door onze specifieke groen- en waterprojecten binnen dit programma.
  3. Bij herinrichting van groen en water alsook bij groenbeheer stimuleren we het benutten van de kansen om de natuurwaarden in de stad te versterken.
  4. We blijven de betrokkenheid van burgers, bedrijven en andere organisaties bij het gebruik, beheer en inrichting van het openbare groen en water stimuleren en ontwikkelen zo nodig nieuwe werkwijzen.
  5. We streven naar meer ruimtelijke overzichtelijkheid en naar vereenvoudiging van ons beleid.

Wat hebben we bereikt

indicator 1.1 De tevredenheid met het groen is volgens de Stads- en wijkmonitor 2013 (concept) gedaald van 69% (2011) naar 67% (2013). Opmerkelijk is de stijging in stadsdeel Centrum (2011: 58%; 2013: 66%), volgens de monitor toe te schrijven aan extra groen (Korenmarkt, Nassausingel, enkele hofjes Benedenstad). Even opmerkelijk is de daling in Dukenburg (2011: 75%; 2013: 70%) ondanks de inspanningen (conform Groenaanpakplan Dukenburg) sinds 2010 het groen ‘bij de tijd’ te brengen. Opmerkelijk is ook de daling in Oud-west (2011: 54%; 2013: 50%), waarschijnlijk samenhangend met de wijkbrede discussies in De Biezen over kwaliteit bomen in Westerpark en aanpak extra groen in Victor en Verax, en mogelijk ook met de petitie 'West wil groene buffer' en de discussies daarover. De teruggang in Zuid (2011: 76%; 2013: 70%) is onverklaarbaar. De overige stadsdelen scoren gelijk of iets in de min.

Door de per 2011 veranderde onderzoeksmethode is de tevredenheidsscore structureel sindsdien een paar procentpunten lager.

1.2 De afname van 25% van het areaal woningen zonder 0,5 hectare aaneengesloten vlakgroen binnen 300 meter is deels gerealiseerd met de vergroening van de Korenmarkt. De Korenmarkt is evenwel kleiner dan 0,5 hectare. De aanstaande realisatie van het Truus Mastpark (locatie Zwembad-Oost; in aanleg; oppervlak 0,5 hectare) werkt wel geheel door in deze indicator; er resteren dan nog knelpunten in Nijmegen Oud-West en in Grootstal. In een raadsvoorstel hebben we aangegeven dat voor Rozenbuurt en Landbouwbuurt spoorlijnen en 50-kilometer wegen barrières zijn voor goed gebruik van groen buiten deze buurten.

1.3. Saldo Nijmeegs groenareaal

Voor een consistente vergelijkingsbasis gaan we uit van Nijmegen exclusief Nijmegen-Noord. Per saldo constateren we dat het saldo groen in 2013 sluit, met -2 hectare, van ruim 735 naar ruim 733 hectare, met name door afname van grasareaal: bij enkele projectontwikkelingen zijn enkele grasarealen onttrokken aan de openbare ruimte. Ook is grasareaal in beslag genomen door herprofilering van wegen.

1.4 Toename duurzame bomen in lanen van de hoofdboomstructuur

Het aandeel duurzame bomen in de lanen van de hoofdboomstructuur is iets gedaald; in absolute aantallen is het aantal duurzame bomen er gestegen, met name door projecten als Van Schaeck Mathonsingel, Energieweg e.o. en Rosa da Lima. Verder vanuit het Groenplan Dukenburg zijn er diverse duurzame structuren hersteld in Meijhorst en Malvert.

Niet-duurzame bomen worden nog steeds aangeplant. Soms is het landschappelijk passender om bijvoorbeeld  populier aan te planten. En bij herstel van bestaande lanen gebruiken we passende soorten. Ook is er vaak is geen ruimte om duurzame bomen te planten omdat dit bijna altijd 1e orde grootte bomen zijn (15m en hoger, en omvangrijk).

Indicatoren

Versterken groene en blauwe allureRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
1.1 Tevredenheid over groenvoorzieningen (incl stadswater) in % , resp. Nijmegen geheel en Nijmegen-Oud-west niet gemeten75%67%
1.2 Ontwikkeling Nijmeegs woonareaal zonder 0,5 ha aaneengesloten vlakgroen (incl waterpartijen) binnen 300 meter, in %punten ten opzichte van 1 januari 2011 zie tekst-25%zie tekst
1.3 Saldo Nijmeegs groenareaal, in hectares positief0 of positief-2 hectare (= -0,25%)
1.4 Toename aandeel duurzame bomen in lanen van hoofdboomstructuur in %punt -0,1%punttoename-0,85%punt

Wat hebben we ervoor gedaan

  • In 2013 hebben wij voor de hele stad, conform de uitwerking voor Dukenburg en Lindenholt, de karakters 'Historie en Allure', 'Ecologie en Rust' en 'Leven en Ontspanning’ uitgewerkt. Dit vergt nog nadere afstemming met de uitwerking van het beleid ‘Geef ze de (openbare) ruimte', onder meer in samenhang met gedifferentieerd beheer.
  • Ook vanuit dit programma is gewerkt aan het opzetten van Locatiegebonden Evenementenbeleid, met als pilots Park Brakkenstein, Volkspark De Goffert en Mariënburgplein. In 2014 krijgt de raad nadere, tussentijdse informatie over de voortgang. De constatering is dat locatiegericht beleid het mogelijk maakt evenementen beter in te passen in de draagkracht van onze parken; in het afwegingsproces van vergunningverlening krijgt het groen in onze parken dan een belangrijkere plek; tot nu toe is vergunningverlening vooral gericht op andere aspecten, zoals geluid.
  • Wij hebben bij al onze ruimtelijke projecten, bestemmingsplannen, de structuurvisie en andere beleidsdocumenten gezorgd voor de doorwerking van ons beleid en van wetgeving zoals Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet, met als belangrijk oogmerk duurzame stedelijke ontwikkeling.
  • Wij hebben in 2013 het proces rond onze besluitvorming voor toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling Park Lingezegen afgerond. Het vervolg in 2014 is dat de partners in deze regeling de toetreding accorderen. Bovendien droegen wij in 2013 bij aan de parkorganisatie in de vorm van personele ondersteuning.
  • In 2013 hebben wij de een deel van Heumensoord aan Vitens verkocht en hebben wij geheel Heumensoord in erfpacht gegeven aan Vereniging Natuurmonumenten. In verkoop- en erfpachtcontract is geregeld dat onze raad de beheerplannen voor Heumensoord vaststelt. De beheerplannen zullen een looptijd hebben van circa tien jaar. Jaarlijks dient Natuurmonumenten ons te rapporteren over voortgang en ontwikkelingen. In haar eerste verslag rapporteert Vereniging Natuurmonumenten dat de contacten met de diverse organisatoren van evenementen, zoals Marikenloop en Vierdaagsekamp goed zijn verlopen. De open dag die de vereniging organiseerde, trok circa 2.000 mensen. De vereniging wil nadrukkelijk vrijwilligers betrekken bij beheer en toezicht. Wij constateren dat Heumensoord als Natuurmonument aan status heeft gewonnen.
  • Wij zijn blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor participatie van burgers, organisaties en bedrijven bij inrichting en beheer van ons stedelijk groen en water. In 2013 zijn gesprekken gevoerd met partijen met voorstellen en wensen inzake onder meer beheer rotondes, adoptie van parken, gebruik van tuinbouwkassen Bredestraat. In het algemeen dienen de voorstellen in concreetheid en zakelijkheid te worden uitgewerkt. 2013 Was het eerste jaar waarin wij de coördinator van Stichting Natuurtuin Goffert financierden; bovendien leverden wij een financiële bijdrage aan IVN Nijmegen voor de Natuurgidsencursus. Stichting Natuurtuin Goffert en IVN achten wij van grote waarde voor natuureducatie en groenbeleving in Nijmegen.
  • In 2013 hebben wij in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur & Milieu een proeftuin georganiseerd om duurzaamheid sterker te verankeren in grondexploitaties, met het Waalfront als casus. Bovendien hebben we in 2013 met het Ministerie van Economische Zaken en Platform31 meegewerkt aan de ontwikkeling van een instrument om op eenvoudige wijze de financiële baten en de baatdragers van groen en water in de stad in beeld te brengen. Dit leverde een voor iedereen toegankelijk en makkelijk te hanteren instrument op (zie www.teebstad.nl).
  • In 2013 besloten we tot deelname aan de Europese competitie Green Capital 2016. In april 2014 vernemen wij of Nijmegen wordt genomineerd als finalist; in juni 2014 wordt de winnaar competitie jaargang 2016 bekend.
  • De actualisatie van het Waterplan is begin 2013 opgeleverd, maar de afstemming met het waterschap over het bijbehorende te actualiseren uitvoeringsprogramma heeft erg lang op zich laten wachten. Wij willen binnen enkele maanden komen tot vaststelling van de actualisatie.
  • Binnen het Deltaprogramma Rivieren zijn afgelopen jaar regiosessies georganiseerd, waaraan Nijmegen heeft deelgenomen. Eind 2013 is de concept-voorkeursstrategie Waal opgesteld door de provincie in samenwerking met het Rijk; zij wordt ter consultatie voorgelegd aan de lokale overheden en andere organisaties. Binnen het Deltaprogramma Nieuwbouw & Herstructurering heeft een viertal coalities gewerkt aan het Manifest Klimaatbestendige Stad. Nijmegen heeft deelgenomen aan die sessies. Dit Manifest is één van de producten die leiden tot de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie.
  • Ook in 2013 hebben ruimtelijke ontwikkelingen de watertoetsprocedure doorlopen, vele kleine en enkele grote (zoals Waalfront). In 2013 is het Monitoringsplan door gemeente en waterschap geactualiseerd. De monitoring van de grondwaterstanden is een continu proces en gaat de komende jaren door; de informatie wordt gebruikt voor onze waterprojecten in Dukenburg.

Projecten

  • In 2013 hebben wij een deel van Heumensoord aan Vitens verkocht en conform onze regel ‘groen voor groen’ is besloten de opbrengst te investeren in groen voor onze stenige wijken. In ons betreffende raadsvoorstel hebben wij een aantal kansrijke locaties genoemd; de aanleg van groen voor de locaties Enkstraat en Thijmstraat/Tollensstraat wordt voorbereid.
  • Wij treffen maatregelen voor verbetering van het watersysteem ter voorkoming van mogelijke negatieve effecten van de peilverhoging van het Maas-Waalkanaal. Wij hebben in overleg met het waterschap de projectleiding over de vervanging van de stuw in Dukenburg op ons genomen; realisatie van de volautomatische stuw voorzien we medio 2014. In combinatie met vervanging van deze stuw bezien we maatregelen voor waterberging en voor betere doorstroming van watergangen. Wat betreft het project Duikers Malvert hebben wij vele inspecties en metingen uitgevoerd. Hierdoor is duidelijker geworden hoe het systeem werkt en welke mogelijkheden er zijn om opstuwing te verminderen. In 2014 wordt samen met het waterschap besloten of en welke maatregelen worden genomen. Het project 'duikers Malvert' loopt al meerdere jaren en het illustreert het grote belang van goede kennis van ons water- en rioolsysteem.
  • De aanleg van het Truus Mastpark is in volle gang na de sloop in de herfst 2013 van het voormalige Zwembad Oost.
  • In het kader van Woonmilieuverbetering hebben wij een aantal concrete investeringsprojecten uitgevoerd: voor Groene Allure Binnenstad zijn de projecten Van Berchenstraat en Muchterplaats afgerond; burgerbetrokkenheid uitte zich onder meer in aanplant Kroningsboom in De Biezen (Kraayenhoffpark); groenaanpakplan Dukenburg concentreerde zich in 2013 op wijk De Weezenhof; de groenaanpak Lindenholt richtte zich op opknap van onder meer buurtpark Leuvensbroek/Hegdambroek. Het budget voor aanleg park op terrein van Noviokassen kon niet voor dat doel worden ingezet omdat het terrein niet tijdig kon worden aangekocht. Dit budget is geherprogrammeerd voor realisatie van groen op Knoop Lent en omgeving, een ander deel van dit budget is aangewend voor herplant van een deel van de lindebomen Griftdijk, welke aanplant aanvankelijk was beoogd op terrein Noviokassen. Bovendien is een tekort uit eerder jaren op investeringen in Park West financieel gecompenseerd.
  • In 2013 hebben wij veel tijd en energie gestoken in samenspraak met en tussen de partijen die in Volkspark De Goffert actief zijn. Dit heeft geleid tot een gezamenlijke gedragen projectenlijst ter verbetering van het park; de uitvoering van deze projecten is naar verwachting april 2014 goeddeels afgerond; de financiering van deze projecten doen wij vanuit het krediet voor De Goffert. Bovendien heeft de samenspraak geleid tot meer betrokkenheid tussen met name de 'groene' organisaties en weten zij elkaar beter te vinden.
  • In 2013 hebben wij het bruggetje over 't Meertje gerealiseerd. De bouw was gecompliceerd en was alleen mogelijk bij een goede waterstand in de Waal. De afwerking en opening van het bruggetje geschieden binnen afzienbare tijd. Voor de realisatie van het centrum voor cultuurhistorie en natuur in de Stratemakerstoren (De Bastei) komen wij in januari 2014 met een voorstel in de Raad. De besluitvorming over bouw van de Donjon is nog steeds niet afgerond; de renovatie van het Valkhofpark wacht op dit besluit. Onze partners zien net als wij zien alle projecten in het Valkhofkwartier, inclusief Oostelijke Waalkade, in hun samenhang als gebiedsontwikkeling, en in de bredere kaders van Nijmegen omarmt de Waal en Waalweelde. Het beschikbare investeringsbudget voor renovatie Valkhofpark 'wacht' op besluitvorming omtrent de Donjon.
  • Bij aanvulling en vervanging van bomen in onze hoofdbomenstructuur zijn wij blijven kiezen voor duurzame soorten en zorgen voor goede standplaatsen.

Promotie en participatie

  • De aanleg van groendaken hebben wij ook in 2013 gestimuleerd. Onze desbetreffende subsidieregeling is in 2010 opengesteld voor particulieren en Verenigingen van Eigenaren, en in 2011 ook voor bedrijven en woningcorporaties. In 2010 zijn zeven groendaken opgeleverd met een totaal oppervlak van 304m2 (gemiddeld 43m2); in 2011 25 groendaken met een totaal oppervlak van 1649m2 (gemiddeld 66m2); in 2012 13 groendaken met een totaal oppervlak van 467m2 (gemiddeld 35m2). In 2013 zijn 10 groendaken opgeleverd met een totaal oppervlak van 702m2 (gemiddeld 70m2) en zeven projecten lopen nog met een totaal oppervlak van 1100m2.
  • Net als voorgaande jaren organiseerden c. q. ondersteunden wij publieksacties, zoals Dag van het Park en Boomfeestdag.

Rioolbeheer

Wat willen we bereiken

Ons beheer van regen- en afvalwater richt zich op beschermen van de volksgezondheid,

streven naar een duurzaam milieu (voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater en bodem) en handhaven van een goede leefomgeving (beperken van overlast voor de omgeving).

Deze doelstelling streven we na binnen ons rioolbeheer. Voor ons rioolbeheer geldt met ingang van 2011 als indicator ‘minimaal gelijkblijvende restlevensduur’: dit betekent dat op het eind van een jaar de kwaliteit van ons stelsel op zijn minst op hetzelfde niveau is als aan het begin van dat jaar. Deze kwaliteit is op dit moment goed te noemen.

Wat hebben we bereikt

De indicator geeft in een percentage de positieve of negatieve ontwikkeling van de restlevensduur aan. De ontwikkeling dient meerjarig een stabiel niveau (=0%) te laten zien. De indicator is gebaseerd op de inspectiegegevens die de restlevensduur van de duizenden rioolstrengen aangeven.

Over het jaar 2013 hebben we een verbeterde methodiek toegepast voor bepaling van de restlevensduur. Deze methodiek is geïntegreerd in ons beheersysteem ‘Kikker’. Dit systeem wordt ook door veel andere gemeentes gebruikt, en zo wordt het op termijn ook mogelijk te vergelijken met trends in andere gemeentes. Volgens deze nieuwe methodiek bedroeg de restlevensduur aan het begin van 2013 48,2 jaar, en nu, op basis van de in 2013 uitgevoerde rioolinspecties 48,7 jaar. Dat is ongeveer 0,5 jaar hoger dan begin 2013.

Ruim 95% van de Nijmeegse riolen is nu één maal geïnspecteerd. Als het gros van de riolen ten minste twee maal is geïnspecteerd, met meerdere jaren tijd tussen twee inspecties, wordt de veroudering van de riolen goed zichtbaar en kan de gemiddelde restlevensduur van de Nijmeegse riolering betrouwbaarder en nauwkeuriger bepaald worden. Tot die tijd zijn jaarlijkse door statistiek veroorzaakte variaties in de gemiddelde restlevensduur onvermijdelijk.

Voor de volledigheid:

- gemiddelde restlevensduur is bijna 50 jaar;

- gemiddelde ouderdom is circa 40 jaar;

dus: gemiddelde levensverwachting van onze riolen is momenteel bijna 90 jaar.

Indicatoren

RioolbeheerRealisatie 2012Doelstelling 2013Realisatie 2013
2.1 Stabiele restlevensduur
0%0%+1%

Wat hebben we ervoor gedaan

  • Wij hebben gezorgd voor een goede kwaliteit van ons rioolstelsel door zorgvuldig beheer en investeringen in renovatie en vervanging, gebaseerd op goede kennis omtrent ons stelsel.
  • 2013 Was het vierde jaar van de uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2016. Dit plan werkt inmiddels goed door in de zorgvuldige ambtelijke afstemming in onze ‘waterketen’ en in goede afstemming van onze activiteiten en investeringen op de overige gemeentelijke programma’s (met name Mobiliteit en Openbare ruimte).
  • De kennis van ons stelsel hebben we verder verbeterd. Onze Tussenevaluatie GRP2010-2016bevat evenwel de bevinding dat reiniging+inspectie van 23 kilometer per jaar tekort schiet. Voor de komende jaren hebben we via herschikking van budgetten het aantal jaarlijkse kilometers verhoogd naar circa 45 kilometer.
  • Ook in 2013 hebben wij bijgedragen aan onderzoek naar de gezondheidsaspecten van water in stedelijk gebied. Dit vierjarig onderzoek is nu afgerond.
  • Veel van het afvalwater uit oostelijk en zuidelijk Nijmegen vindt zijn weg naar de rioolwaterzuivering via het rioolnet onder het stadscentrum (zoals vroeger ook doorgaand wegverkeer door het centrum ging). Wij hebben in 2013 een analyse afgerond van de mogelijkheden om de komende decennia geleidelijk en in het kader van toekomstige rioolvervangingen meer afvalwater om het centrum heen te leiden. Deze kennis is een van de bouwstenen voor ons GRP2017-en volgende jaren.
  • Wij hebben het onderzoek naar oorzaken van opgetreden wateroverlast naar aanleiding van hevige neerslag op 28 juli 2012 afgerond. Dit mondde uit in concrete adviezen aan omwonenden; de resultaten worden meegenomen bij maatregelen in de openbare ruimte.
  • De persleiding van Dukenburg naar de rioolwaterzuivering verpompt beduidend meer water dan op grond van kentallen en aantal huishoudens valt te verwachten. Ons onderzoek naar dit 'rioolvreemd' water in Dukenburg is afgesloten en vormt een bouwsteen voor toekomstbestendige aanpak van de riolering in Dukenburg.
  • Ons onderzoek en modelstudie naar het effect van eventuele klimaatverandering op het functioneren van het stedelijke rioolnet zijn nog niet geheel afgerond.
  • Wij hebben in 2013 in Nijmegen 6,5 hectare afgekoppeld. Daarmee resteert een theoretische afkoppelopgave van maximaal 8 hectare. Deze restopgave is in 2013 ingevuld met alternatieve maatregelen, met name door het optimaal afstellen van rioolgemaal De Biezen. Met de projecten die tot en met 2013 zijn voorbereid, realiseren we tot en met 2017 nog circa 9 hectare afkoppeling.
  • Ons streven naar maximale kosteneffectiviteit geeft ons Ingenieursbureau vorm door inschrijvers bij aanbestedingen voor rioolvervanging te vragen om zogenaamde kansen- en risicodossiers. Inschrijvers gaan daardoor bij hun inschrijving creatief kijken naar mogelijkheden om kosten te drukken en duurzaamheid te verbeteren (bijvoorbeeld minder grondverzet, meer hergebruik materiaal).
  • Kosteneffectiviteit streven we ook na in de exploitatie (beheer en onderhoud). Bij kolkenzuigen, straatreiniging, reparaties aan riolen en kolken werken we bij voorkeur met meerjarige bestekken, hetgeen in de regel leidt tot meer kwaliteit en kosteneffectiviteit. Ons Bureau Kwaliteitsbeheer verzorgt ook de afstemming en voorbereiding van onze investeringsprojecten.
  • In 2013 hebben we meegedaan aan de driejaarlijkse landelijke benchmark voor de rioleringszorg. Nijmegen scoort daarin vergelijkbaar tot goed met soortgelijke gemeenten.
  • Voor de regionale samenwerking in de afvalwaterketen is de intentieverklaring van 2012 uitgewerkt tot een samenwerkingsovereenkomst met de buurgemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek en waterschap Rivierenland. Hiermee geven we invulling aan de afspraken over doelmatig beheer van de afvalwaterketen, zoals die in 2011 landelijk gemaakt zijn in het Bestuursakkoord Water. De samenwerking is daarmee ook inhoudelijk op gang gebracht.
  • Wij hebben uitvoering gegeven aan het afvalwaterakkoord met waterschap Rivierenland uit 2011, onder andere door de afstelling van rioolgemaal De Biezen te optimaliseren en door de onderlinge wederzijdse verrekeningen van kosten te heroverwegen.
  • In 2013 hebben we de tussenevaluatie van het GRP 2010-2016 uitgevoerd en vastgelegd in het ‘Voortgangsbericht GRP 2010-2016’. Dit voortgangsbericht hebben we in 2013 vastgesteld, samen met een bijbehorende actie- en aandachtspuntenlijst. De eindconclusie van de tussenevaluatie is dat Nijmegen goed op koers ligt om de doelstellingen van het GRP 2010-2016 te bereiken. Binnen de kaders van het GRP wordt de rioleringszorg goed uitgevoerd. Op enkele onderdelen is ruimte voor verbetering aanwezig, waaraan wij inmiddels werken.
  • De werkzaamheden van het Waterservicepunt, onderdeel van Het Groene Hert, zijn in 2013 voor een groot deel door onze eigen organisatie opgevangen.
  • Wij hebben ook in 2013 gewerkt met investeringen aan verbetering en vernieuwing van de riolering op basis van een afgewogen jaarprogramma en afgestemd met andere werkzaamheden in de openbare ruimte, met nadrukkelijk daarin betrokken de bewoners van buurten en straten en rekening houdend met overige investeringsplannen van gemeente en derden en met bereikbaarheid en verkeersdoorstroming. Enkele projecten: de renovatie van rioolgemaal Lindenholt is nagenoeg afgerond; eveneens nagenoeg afgerond is de rioolvervanging in Grootstal-Zuid (meerdere straten); geheel afgerond is de renovatie van overstortvijver Archipelstraat; een groot aantal kolken zijn vervangen (circa €240.000); afgerond is ook rioolvervanging in enkele straten Brakkenstein, aanleg persleiding De Grift; een tiental niet-gerioleerde panden op toekomstig eiland Veur-Lent is voorzien van huisaansluitingen; de rioolvervangingen Ananasstraat e.o. en Frans Halsstraat (tussen Tooropstraat en Daalseweg) zijn voorbereid en worden 2014 uitgevoerd.
  • Het in 2013 geprogrammeerde omvangrijke renovatieproject kende de nodige problemen. Dit project bestaat uit drie deelprojecten: de boring van een nieuwe riolering van gemaal oostelijk van Trajanusplein naar oostelijke Waalkade bleek -de externe adviseur kwam terug op zijn aanvankelijke constateringen inzake de kwaliteit van de bestaande rioolbuis- uiteindelijk niet nodig: het huidige riool kan nog minimaal tien jaar mee; het tweede deelproject was de renovatie van een groot aantal verspreid door de stad gelegen rioolstrengen: de aannemer die de aanbesteding won, bleek uiteindelijk de gevraagde kwaliteit niet te kunnen leveren, reden waarom in december 2013 het contract is ontbonden. Uiteraard zoeken wij voor het werk een andere aannemer. Het derde deelproject, eveneens renovatie van rioleringen, zoals op de Sint Annastraat, wordt voortvarend afgewikkeld.
  • Alles overziend is in 2013 een volume van € 3 miljoen aan vervanging en vernieuwing van ons rioolstelsel gerealiseerd. Het restantvolume dat doorschuift van 2013 naar 2014 bedraagt circa € 3,8 miljoen (van 2012 naar 2013 € 3,4 miljoen). Belangrijkste oorzaak is de hiervoor beschreven moeizame voortgang van het renovatieproject. In de eerdere jaren was er overigens een voortdurende afname van het restantkrediet.
TODO: Navigatie

Wat heeft het gekost

Groen & WaterBegroting primitiefBegroting dynamischRekening 2013 Verschil Bdyn - rek
* € 1.000,-
Financiële lasten per product
Openluchtrecreatie0000
Groen, natuur en landschap1.1023.4153.523-108
Integraal waterbeheer11.56311.83811.77760
Woonmilieuverbetering1.8951.8471.980-133
Totaal lasten per product14.56017.10017.280-180
Financiële baten per product
Openluchtrecreatie0000
Groen, natuur en landschap-52-2.550-2.653103
Integraal waterbeheer-11.563-11.838-11.772-65
Woonmilieuverbetering-20-200-20
Totaal baten per product-11.635-14.408-14.42618
Totaal Groen & Water2.9262.6922.854-162

Toelichting financiën

Het programma Groen en Water sluit het jaar 2013 af met een nadelig resultaat van € 162.000. Uitgedrukt als percentage van de begroting komt dit neer op een afwijking van 1%. Het resultaat is het saldo van een nadeel op de lasten van € 180.000 en een voordeel op de baten van € 18.000. Het nadelige resultaat op het programma lichten we hieronder toe.

Toelichting op de lasten

De lasten op het programma zijn € 180.000 hoger uitgevallen dan begroot.

Dit nadeel is voornamelijk veroorzaakt doordat er meer uitgaven zijn gedaan voor woonmilieuverbetering in het kader van de ISV regeling. De kosten hiervan zijn overschreden met € 157.000. Deze hogere uitgaven worden in mindering gebracht op het beschikbare budget voor woonomgevingsprojecten in het jaar 2014 en wordt aangepast bij de Voorjaarsnota 2014.

Daarnaast veroorzaken diverse kleinere afwijkingen een nadeel van per saldo € 23.000. Dit nadeel wordt gecompenseerd doordat er ook hogere baten zijn gerealiseerd.

Toelichting op de baten

De baten op het programma zijn € 18.000 hoger uitgevallen dan begroot. Gezien de geringe afwijking ten opzichte van de begrotingscijfers wordt deze afwijking niet nader toegelicht.

Overige

In de loop van 2013 is ook de financiering van uitbreidingsinvesteringen in de Waalsprong ondergebracht in programma Groen & Water. Er is een apart krediet (K000212) beschikbaar gesteld voor deze investeringen. In 2013 is voor ruim € 4,5 miljoen ten laste gebracht van dit krediet. De kapitaallasten over deze investeringen worden vanaf het jaar 2014 gerealiseerd en worden gedekt uit de algemene middelen. Voor het jaar 2013 heeft dit financieel gezien geen invloed op het programmaresultaat.

Begrotingsrechtmatigheid

Aangezien het nadelig resultaat 2013 grotendeels wordt gedekt uit de beschikbare ISV middelen in 2014 zijn de bestedingen rechtmatig.

Begrotingswijzigingen van primitief naar dynamisch

1023 Groen & Water
 bedragen * € 1.000-
Besluit niveauBesluit datumagenda puntBatenLastenSaldo
Primitief-11.63514.5602.926
Wijzigingen-2.7732.540-233
BW-01232 Verkoop HeumensoordRaad02 okt '13128/2013-2.4982.4980
BW-01264 Voorjaarsnota 2013 kapitaallastenRaad26 jun '1390/2013-135-135
BW-01289 Najaarsnota 2013 technische wijzigingenRaad20 nov '13143/2013-275177-98
Totaal 1023 Groen & Water   -14.40817.1002.692

Risico's

Er zijn geen risico's.


Deze website maakt gebruik van cookies om instellingen te onthouden en om de website beter op uw behoeften af te stemmen.