Product Inkomen

Omschrijving

Nijmegenaren die niet door middel van arbeid of op een andere wijze in hun bestaan kunnen voorzien, voorziet de gemeente van een minimuminkomen door uitvoering van de volgende wettelijke regelingen: de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (Ioaw), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (Ioaz) en het Bijstandsbesluit Zelfstandigen (Bbz). De Wet werk en bijstand is veruit de omvangrijkste en meest invloedrijke inkomensvoorzieningsregeling.

Uitgangspunt is dat inkomensvoorziening in de vorm van een uitkering in principe tijdelijk is en dat de uitkeringsgerechtigde weer zelf in zijn bestaan gaat voorzien door inkomen uit arbeid.

Financieel overzicht

InkomenBegroting primitiefBegroting dynamischRekening 2013 Verschil Bdyn - rek
* € 1.000,-
Financiële lasten per product
60127 BOB514514324190
60128 BBZ2.2962.2961.619677
60129 IOAW2.3152.3153.596-1.281
60130 IOAZ31931930415
60131 WWB90.50890.818104.122-13.305
61128 Reg Coördinatie Fraudebestr.4504504500
61244 BBZ-Buig7917911.066-276
Totaal lasten product97.19297.502111.481-13.979
Financiële baten per product
60127 BOB-514-514-324-190
60128 BBZ-1.671-1.671-1.005-665
60129 IOAW-2.313-2.313-3.299987
60130 IOAZ-319-319-420101
60131 WWB-77.992-77.992-93.18715.196
61128 Reg Coördinatie Fraudebestr.-450-450-4500
61244 BBZ-Buig-791-791-612-179
Totaal baten product-84.049-84.049-99.29815.249
Totaal product13.14313.45312.1831.270

Toelichting financiën

Product INKOMEN

Begroting dynamischRekening
20132013VERSCHIL
Lasten €     97.502  €   111.481  €     13.979-
Baten €     84.049  €     99.298  €     15.249
Saldo €     13.453  €     12.183  €       1.271

Bedragen in duizenden euro’s

Toelichting op productniveau is identiek aan toelichting op programmaniveau met 1 aanvulling. Op productniveau is onderaan deze toelichting in ROOD aangegeven wat de verklaring is voor de verschillen met de NJN melding.

Financiële toelichting

Bij het product Inkomen realiseren wij een voordeel van € 1,3 mln (afgerond € 14,0 mln nadeel op de lasten en € 15,3 mln voordeel op de baten).

Belangrijkste oorzaak van het verschil zit in de eind september toegekende definitieve BUIGbudget (Rijksbijdrage, betreft m.n. de WWB). Dit budget lag namelijk € 0,8 mln hoger dan het ‘nader voorlopige budget’ zoals in juni bekend gemaakt. Omdat we in de begroting reeds rekening hebben gehouden met een tekort van € 1,7 mln, is er feitelijk ‘onderliggend’ een tekort van € 0,4 mln (meer netto lasten op diverse uitkeringen dan ontvangen Rijksbijdragen). Dit is een mooi resultaat. We hebben de indruk dat onze maatregelen zoals ‘strenger aan de poort’ en ‘extra inzet op handhaving’ vruchten afwerpen. Daarnaast speelt natuurlijk altijd de economische ontwikkeling mee, en meer specifiek de relatieve ontwikkeling van de Nijmeegse economie ten opzichte van de landelijke staat van de economie.

NB: Het begrote ‘saldo’ van € 13,5 mln wordt gedekt uit de algemene middelen.

Leeswijzer

Het resultaat van per saldo € 1,3 mln (positief) wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de verschillen op lasten en de verschillen op baten (realisatie versus begroting). Inhoudelijk gezien brengen wij deze verschillen met elkaar in verband waarbij wij voor dit product de volgende twee relevante onderdelen onderscheiden:

  1. Het resultaat op de BUIG budgetten. Dit verschil van € 1,3 mln (voordelig) wordt toegelicht onder het eerste punt onder ‘lasten’ en ‘baten’.
  2. Het resultaat op de declarabele BBZ budgetten (zelfstandigen). Dit verschil van per saldo 'nihil' euro wordt toegelicht onder het tweede punt onder ‘lasten’ en ‘baten’.

Lasten

Het nadeel op de lasten van ruim € 14,0 mln. wordt vooral veroorzaak door:

  1. Hogere lasten op de zogenaamde BUIG-uitkeringen (met als belangrijkste onderdeel de WWB) van € 14,9 mln (n).
    Tegenover dit nadeel staat een voordeel op de baten BUIG van € 16,1 mln (zie ook toelichting verderop). Per saldo gaat het dus om een te verklaren verschil van € 1,3 mln (v). Omdat wij in de begroting reeds een tekort hadden verwerkt van € 1,7 mln is het ‘echte resultaat’ voor de ons op het onderdeel BUIG dus feitelijk € 0,4 mln nadelig.
    Dit laatste is een mooi resultaat. Zeker ook gezien het feit dat de landelijke IAU uitname (Incidentele Aanvullende Uitkeringen aan gemeenten) relatief groot was. Belangrijke oorzaak voor dit resultaat is het feit dat de groei in de klantenaantallen in Nijmegen in 2013 lager is geweest dan de landelijke groeicijfers. Het blijft altijd een stuk gissen naar de onderliggende oorzaken hiervoor. Naast de ontwikkeling van de Nijmeegse economie lijkt het aannemelijk dat de vele ombuigingsactiviteiten hun vruchten afwerpen (zoals ‘strenger aan de poort’, extra inzet op handhaving, actieplan werkgeversbenadering en inzet op social return).
  2. Bijstand declarabele regelingen € 0,9 mln (v). Dit voordeel moet in samenhang worden gezien met het nadeel van € 0,8 mln bij de baten. Per saldo (lasten en baten) dus een voordeel van € 0,1 mln. Dit voordeel wordt veroorzaakt doordat, ten opzichte van de begroting, de aantallen en dus ook lasten en baten lager liggen dan begroot. Het voordeel op de lasten van € 0,9 mln is als volgt verdeeld: BOB (binnenvaartschippers) een voordeel van € 0,2 mln. en BBZ (zelfstandigen) een voordeel van € 0,7 mln.

Baten

Het voordeel op de baten van € 15,3 mln wordt vooral veroorzaakt door:

  1. Hogere baten op de gebundelde uitkeringen van € 16,1 mln (v). Zie ook toelichting op lastenniveau, waarbij is aangegeven dat we de lasten en batenverschillen feitelijk moeten salderen.
    De hoogte van het grote voordeel heeft vooral te maken met de stevige bijstellingen van de rijksbudgetten BUIG als gevolg van toenemende uitkeringsgerechtigden. Op de aan bijstandsdebiteuren gerelateerde baten (terugontvangsten op uitstaande vorderingen) zien wij wel een daling ten opzichte van de begroting. Dit effect is echter klein ten opzichte van de hiervoor genoemde bijstellingen. De effecten op de ‘terugontvangsten’ worden jaarlijks ook meegenomen in de steekproef ter bepaling van het te hanteren voorzieningspercentage (percentage oninbaar) op de totale openstaande bijstandsdebiteuren. Dit percentage is, op basis van de steekproef gehouden in 2013, onveranderd gebleven op 52%. Dit betekent dat van het totale openstaande saldo bijstandsdebiteuren (per 31/12/2012) van € 33,3 mln. wordt ingeschat dat 48% op termijn terugbetaald gaat worden.
  1. Bijstand declarabele regelingen € 0,9 mln (n). Dit nadeel moet in samenhang worden gezien met het voordeel van € 0,9 mln bij de lasten (zie verder de toelichting onder lasten). Het nadeel op de baten van € 0,9 mln is als volgt verdeeld: BOB (binnenvaartschippers) een nadeel van € 0,2 mln. en BBZ (zelfstandigen) een nadeel van € 0,7 mln. Het resultaat op BOB (lasten en baten) is daarmee per saldo € 0,0 mln en dat moet ook omdat deze regeling 100% declarabel is. Het resultaat op BBZ (lasten en baten) is daarmee per saldo 'nihil' euro. Op een deel van de BBZ variabele financiering geldt vanaf 2013 een nieuwe financieringssystematiek. Deze veroorzaakte in 2013 echter nauwelijks een verschil met de oude systematiek. Over de hele linie geldt grofweg dat BBZ voor 25% vast en voor 75% variabel gefinancierd wordt door het Rijk.

Toelichting bij balanspost ‘verhaalbare bijstand’ (€ 2,7 mln)

In het verleden hebben wij rijksmiddelen ontvangen inzake de declarabele BBZ, waarvan een deel is gereserveerd omdat wij dat wellicht terug moeten betalen. Terugbetalen was aan de orde op het moment dat wij als gemeente daadwerkelijk geld ontvangen van onze bijstandsdebiteuren (het zogenaamde kasstelsel – t/m 2011). Nu is die rijksregeling gewijzigd (in een baten/lastenstelsel – vanaf 2012) en moeten wij onderzoeken in hoeverre wij nog iets aan het rijk terug moeten betalen (op grond van de oude regeling). Dit vergt een nauwgezet onderzoek. Doel is om in 2014 tot een afronding te komen van deze balanspost. NB: tot op heden (jaarrekening 2012 en nu ook jaarrekening 2013) zijn wij er voorzichtigheidshalve van uit gegaan dat wij daadwerkelijk moeten terugbetalen. Mogelijk dat het onderzoek in 2014 zal resulteren in een vrijval.

Vergelijking met melding NJN

In de NJN melden wij hier een risico van onderliggend € 0,1 mln (voordeel), met een bandbreedt (onzekerheidsmarge) van +/- 1,5 mln. Het eindresultaat 2013 ligt met € 1,4 mln (voordeel) binnen de bandbreedte zoals met de NJN ingeschat. Het eindresultaat zit wel aan de bovenkant van de bandbreedte. Dit wordt o.a. veroorzaakt doordat het Rijk eind september het BUIG budget verder heeft opgehoogd met € 0,8 mln en het feit dat Nijmegen qua groei in de aantallen uitkeringsgerechtigden een stukje achter blijft bij landelijke groeicijfers.


Deze website maakt gebruik van cookies om instellingen te onthouden en om de website beter op uw behoeften af te stemmen.